Ik roep zijn naam, hij staat op in de wachtkamer en loopt met me mee, zijn partner volgt hem. Hij heeft een imposant uiterlijk met een breed torso en volgetatoeëerde armen. Ondanks zijn stoere uiterlijk zie ik ook kwetsbaarheid: een lichte onbalans tijdens de 10 meter die we lopen naar de spreekkamer. In de verwijzing van de neuroloog staat dat hij twee weken geleden een CVA heeft gehad. De voorgeschiedenis vermeldt een eerder CVA, maar daar staat weinig over vermeld.
Ik voel een bepaald ongemak. Mijn aanname: omdat deze stoere man hier zit om hulp te vragen. Ik probeer het ijs te breken door wat luchtige vragen te stellen. Hij vertelt over zijn grote passie; ‘de MC’ en ‘zijn meisje’. Zijn verloofde ziet waarschijnlijk aan mijn gezicht dat ik die terminologie niet ken en geeft aan dat de MC de motorclub is en met zijn meisje wordt zijn motor bedoeld. Op de vraag welke motor hij rijdt, zie ik een trotse man. ‘Ik rijd Harley.’
Op de MC is hij een graag geziene gast. Er wordt tegen hem op gekeken, de leden vragen hem om raad. Hij komt er wekelijks en gaat ook weekenden weg met ‘de jongens’. Hij vertelt dat hij veel heeft meegemaakt in zijn leven. Na een zeer ingrijpende gebeurtenis vluchtte hij in drugs en alcohol. Hij raakte zijn eigen bedrijf en al zijn geld kwijt en belandde op straat. In die periode kreeg hij een CVA. Hij was niet verzekerd, dus bleef hij verstoken van zorg, vertelt hij. Na die zware periode krabbelde hij op, vond weer een baan, een huis en zijn grote liefde, die hij recent ten huwelijk vroeg.
De omgeving ziet geen afwijkingen, dus houdt er ook geen rekening mee; dit is waar veel mensen met niet-zichtbare gevolgen van niet aangeboren hersenletsel tegenaan lopen.
Dit CVA heeft zijn leven op z’n kop gezet. Hij heeft problemen met onthouden, geluid is al snel te hard, hij is snel moe, kan woorden soms niet vinden, na 900 meter lopen is hij gesloopt en hij heeft nergens meer zin in. Er zijn geen duidelijk zichtbare gevolgen van zijn CVA, helaas wel forse onzichtbare. De omgeving ziet geen afwijkingen, dus houdt er ook geen rekening mee; dit is waar veel mensen met niet-zichtbare gevolgen van niet aangeboren hersenletsel (NAH) tegenaan lopen.
Afgelopen weekend is hij gewoon naar de MC gegaan maar merkte dat hij ‘wolken in zijn hoofd’ had. De clubleden merkten dat hij anders was dan voorheen. Dit drukt zijn stemming en zijn zelfvertrouwen. Komend weekend staat een weekend weg met de clubleden op het programma. ‘Is het verstandig om mee te gaan?’, vraagt hij. Hij kijkt me aan met een blik alsof hij het antwoord al weet, maar toch hoopt dat ik zeg dat het een goed idee is. Ik doe de nodige testen en bespreek de resultaten. Mijn advies is om een poliklinische revalidatiebehandeling te starten. Hij gaat meteen akkoord en ik meld hem met spoed aan. Over 6-8 weken zullen we elkaar weer spreken en hoop ik oprecht dat hij zich beter zal voelen.
Wat heb ik toch een mooi vak. Mensen komen vaak gespannen mijn spreekkamer binnen, niet wetende wat ze kunnen verwachten. Voelen zich kwetsbaar. Ik probeer ze op hun gemak te stellen en informeer ze over het doel van het gesprek en natuurlijk over wat we te bieden hebben. Waarna zich vaak hele open gesprekken ontrollen, waarin ik regelmatig hoor dat mensen dingen vertellen die ze nooit eerder met iemand besproken hebben. Ik vraag ze het hemd van het lijf, om deze informatie te gebruiken bij het opstellen van de revalidatiedoelen. Ik mag een tijdje getuige zijn van de vooruitgang maar ook de struggles tijdens een intensieve en heftige (revalidatie)periode in iemands leven. Ik zie ze uiteindelijk (meestal) met een glimlach op hun gezicht als we afscheid nemen na die periode, waarin ze met alle opgedane kennis en zelfvertrouwen zelfstandig verder gaan.
De stoere motorman wil werken aan een betere conditie, wil weer kunnen werken en het vertrouwen in zijn lijf terug. En zoals verwacht wil hij dolgraag weer motor kunnen rijden.