5 september 2023

De jonge vrouw zit al een half uur voor aanvang van de afspraak in de wachtkamer, samen met haar moeder. Omdat hun woonplaats ver weg is van het revalidatiecentrum, namen moeder en dochter ruim de tijd. Vandaag viel het verkeer mee. Zwijgend zitten ze naast elkaar. Zou het van de spanning zijn? Of is ze niet zo’n prater?

Terwijl ze op mij aan het wachten is, lees ik de door haar ingevulde vragenlijsten. Ze heeft alles keurig ingevuld, op een paar vragen na. Ze heeft bijvoorbeeld haar gewicht niet ingevuld. En op de vraag of zich ingrijpende gebeurtenissen hebben voorgedaan, heeft ze geen antwoord ingevuld. Dat is geen toeval denk ik al, hier zit wat achter.

Een paar minuten voor tijd haal ik haar op uit de wachtkamer. Haar moeder loopt ook mee, wat helemaal prima is. Ze oogt wat nerveus. Ik probeer haar op haar gemak te stellen door te vragen hoe de reis is verlopen. De jonge vrouw antwoordt vriendelijk, kort en bondig. Ze zit hier op verzoek van de orthopeed, zegt ze. Zelf heeft ze niet echt een hulpvraag. We hebben het over haar gewrichtsklachten en de impact hiervan op haar dagelijks leven. Ze heeft wel klachten, maar gaat gewoon door. Zo is haar karakter en zo is ze opgevoed, bevestigt haar moeder. De lijdensdruk lijkt laag. Terwijl ze bij lichamelijk onderzoek een behoorlijk hypermobiel lichaam heeft, waarbij de gewrichten meer te lijden hebben.

Deze stoere doordouwer heeft het nodige meegemaakt.

Als ik haar vraag naar haar gewicht (dit vakje was niet ingevuld in de vragenlijsten), begint ze te huilen en kijkt met een betraand gezicht naar haar moeder. Dit is blijkbaar een teer punt. Ik benoem dat ik tranen zie en dat ik vermoed dat dit een relatie heeft met mijn vraag naar haar gewicht. Deze stoere doordouwer heeft het nodige meegemaakt. Ze vertelt dat ze vroeger gepest is om haar gewicht, zowel op de basisschool als op de middelbare school. Haar moeder vult aan dat ze hierdoor een eetstoornis heeft gehad. Op mijn vraag of het anorexia of boulimia was, antwoordt moeder dat ze gewoon minder ging eten. Op mijn vraag of ze daar professionele hulp voor heeft gehad, geeft moeder aan dat ze hulp van vrienden heeft gehad. Dit gezin gaat niet zo snel naar een dokter of een instantie om hulp. Dit was duidelijk een ingrijpende gebeurtenis, maar ze is er bovenop gekomen. Ze heeft gelukkig weer een positief zelfbeeld en kan genieten van het leven. Ik geef aan dat ik blij ben dat ze nu (weer) positief naar zichzelf kan kijken en geniet van al het leuks dat het leven te bieden heeft.

Ik leg uit wat een poliklinische revalidatiebehandeling voor haar kan betekenen. De inhoud en doelen lijken haar wel aan te spreken, maar de reisafstand in combinatie met de duur en frequentie van de afspraken schrikken haar af. Ze geeft aan dat ze er thuis nog even over na wil denken. Natuurlijk is dat prima, we spreken af dat ze contact opneemt als ze wil starten en dan meld ik haar aan.

Zijn het echt de reisafstand, intensiteit en duur van de revalidatiebehandeling die haar hebben doen twijfelen of spelen de emoties hier ook een rol in?

Nadat ze de deur uit is gelopen, vraag ik me af hoe ze terugkijkt op dit consult. Zou ze overvallen zijn door mijn vraag over haar gewicht en de emoties die deze teweegbracht? Zijn het echt de reisafstand, intensiteit en duur van de revalidatiebehandeling die haar hebben doen twijfelen of spelen de emoties hier ook een rol in?

Hoe dan ook, blijf ik vooral achter met de vraag waarom dit meisje zo gepest is dat ze tot op de dag van vandaag nooit meer op een weegschaal wil staan en huilt als er naar haar gewicht wordt gevraagd. Overal komen we de campagnes tegen over diversiteit en inclusie. Ook bij ons in het ziekenhuis wordt hier aandacht aan besteed. Bijvoorbeeld met dilemmakaarten die kunnen helpen bij het starten van een gesprek over (on)gewenst gedrag. 

Als ik na de werkdag naar huis rijd, word ik er niet tussengelaten bij het invoegen op de snelweg, voor de tweede dag op rij.

Laten we een beetje liever voor elkaar zijn. Daar wordt de wereld een stuk leuker van.

Linda Valk-Kleibeuker

Linda Valk-Kleibeuker is revalidatiearts in het Maasstad Ziekenhuis in Rotterdam.

Gerelateerde blogs

Ikke doen!

Zin in het leven!

Stilstand is achteruitgang