De deurbel gaat en ik doe open. Twee breed glimlachende heren met rode jasjes kijken mij vriendelijk aan: ‘Wij zijn van de Postcode Loterij.’ Tegelijk flitst er een niet te lezen badge als legitimatie voorbij. ‘Dan weet u wie wij zijn’, zegt een van de heren. Mijn hoofd zit nog vol van de dag. Een drukke poli met complexe patiënten, de wasdroger is stuk en ik kreeg net een verontrustend telefoontje van een ernstig zieke kennis. ‘U krijgt een gratis lot ter waarde van 15 euro, no strings attached’. Een van de rode jassen overhandigt een aantrekkelijk boekje over bomen in de natuur. ‘En deze mag u helemaal voor niets hebben. Als u even uw naam, geboortedatum, e-mail en bankrekeningnummer wilt opgeven, dan maak ik het prima voor u in orde.’ Voor ik het weet begin ik mijn persoonlijke gegevens op te biechten.
Maar staan wij, artsen, ook voldoende stil bij de gemoedstoestand van de patiënt tegenover ons tijdens het vragen van deze instemming?
Dan, eenmaal wat uit de verkoop-trance losgeraakt, vraag ik of het een abonnement met stilzwijgende verlenging betreft. ‘Ja, dat is inderdaad zo, maar via de site kunt u heel makkelijk opzeggen.’ Deze opmerking brengt mij volledig bij mijn positieven. Ik annuleer acuut de transactie, want dat scheelt gezoek en gezeur op de website. Juist om deze reden doe ik niet mee met aan-huis-aankoop: het opzeggen van abonnementen en lidmaatschappen is vaak rocket science. ‘Nee, bij nader inzien heb ik geen interesse,’ roep ik snel. ‘Dan moet u ook het boek teruggeven’, zegt de rode jas op strenge toon. Het boekje gaat retour en ik sluit de deur. Een ongemakkelijk gevoel blijft die avond bij mij hangen. Bijna gaf ik, tegen mijn principes in, mijn informed consent voor het meedoen aan de Postcode Loterij.
‘Dan maak ik het prima voor u in orde’
Een week later zie ik meneer H. op de poli. Hij is 58 jaar en heeft links een knieprothese gekregen vanwege ernstige artrose. Na vele jaren ellende durfde hij eindelijk naar de huisarts te gaan die hem snel doorverwees naar de orthopeed. Deze dokter zag meteen wat er mankeerde en vertelde dat een nieuwe knie dé oplossing was. ‘Dan maak ik het prima voor u in orde en hebt u nergens meer last van’, zei de dokter nog vol overtuiging. Meneer H. was om en wilde meteen de operatie. Informatie over vervelende complicaties kon hij zich niet herinneren, alleen dat hij helemaal van de pijn af zou zijn. Zijn informed consent was gegeven en de operatie volgde snel.
‘Tja, daarna was ik zeker niet van de pijn af, dokter. Nee, ik kon helemaal niet meer lopen en de controlerende arts zei dat de prothese rammelde en veel te los zat. Er was helaas niets meer aan te doen. Ik zit nu in de Ziektewet en mijn vrouw moet alles thuis opknappen. Ik kan nog geen spijker in de muur meppen.’
Meteen dacht ik aan de rode jasjes van de Postcode Loterij: ‘Wij maken alles prima voor u in orde.’ Nog vol van de tegenvallende uitkomst van zijn knieoperatie moest ik meneer H. vragen of hij revalidatiebehandeling wilde volgen, waar hij veel tijd en energie in zal moeten steken met een onzeker uitkomst.
Gemoedstoestand
De KNMG stelt dat bij het verkrijgen van informed consent de arts de patiënt op een begrijpelijke en zo volledig mogelijke wijze informeert over de voorgestelde behandeling. Maar staan wij, artsen, ook voldoende stil bij de gemoedstoestand van de patiënt tegenover ons tijdens het vragen van deze instemming? Misschien loopt de patiënt nog over van alles wat is voorgevallen, zoals meneer H.
De consulttijd van meneer H. is bijna om en ik kom met het volgende voorstel. ‘Meneer H., ik stel voor dat u er nog een paar nachtjes over slaapt en ik u na twee weken nog eens spreek om te horen of u een revalidatiebehandeling wilt volgen. Neem dan ook uw vrouw mee.’ En in gedachten berg ik het informed consent-formulier van meneer H. nog eventjes op.