Ik sluit de deur van de groepsruimte achter mij en wandel snel naar beneden. Er staat mij een drukke dag te wachten. Het dagelijks startoverleg met het behandelteam is klaar, ik heb nog precies een kwartier over om twee teambesprekingen te schrijven.
Het is nog rustig, dus ik kies het flexkantoor. Afzonderen in een van de aparte ruimtes is niet nodig, en voordat ik daar de computer heb opgestart ben ik ook weer vijf minuten verder. Bovendien, in het flexkantoor is het al aangenaam warm.
Ik kies een plek, open het EPD, log in en begin te typen. Dit gaat goed.
Langzaam druppelen wat collega’s binnen.
‘Hoe was je weekendje weg?’
‘Heeft je auto het gered?’
‘Moet ik weer een nieuw wachtwoord aanmaken? Kan ik niet gewoon een ander getal aan het einde doen?’
‘Het wordt een jongetje!’
‘Ik heb wat pepernoten meegenomen, zal ik ze hier neerzetten?’
‘Heeft iemand de laatste toiletverhoger uitgeleend zonder een uitleenformulier in te vullen?!’
‘Het hoog-laag aanrecht in de kleine keuken doet het niet meer, ik heb de technische dienst al gebeld hoor.’
‘Nee er zijn nu nog maar twee kandidaten bij die boer in Denemarken, volgende week moet hij kiezen.’
‘We sturen namens de hele vakgroep een bos bloemen, en er ligt een kaart waar je je naam op kunt zetten.’
‘Niet met je handen in die bak pepernoten, schep ze er met die lepel uit. Da’s hygiënischer.’
‘Er staat hier een leverancier van Medipoint voor een passing, welke ruimte is gereserveerd?’
‘Ik heb een tas met kinderkleding meegenomen, kijk maar wat je kunt gebruiken, die van mij zijn eruit gegroeid.’
‘Hé, het aanrecht in de kleine keuken gaat niet meer omlaag.’
‘Mag het raam dicht, het is hier steenkoud!’
‘Nee natuurlijk hoef ik er niets voor terug, anders moet ik die hele zak naar de kringloopwinkel brengen.’
‘Wie heeft het raam weer opengezet?!’
‘Of je even terug kunt bellen naar de verpleegafdeling.’
‘Komt er nog iemand pauze houden, het is tien uur.’
‘Kan iemand die pepernoten hier weg halen, ik blijf ervan eten.’
‘Je opent SPX en dan ga je naar het menu, je ziet dan vanzelf waar je je verlof uren in kunt vullen.’
‘Ja, je begint het nu wel echt te zien! Gaat altijd sneller bij een tweede toch?’
‘Volgende week maandag ben ik later, ik ga eerst op huisbezoek.’
‘Is de technische dienst al gebeld voor dat aanrecht?’
‘Lekker, pepernoten!’
‘Er is telefoon voor je, ik verbind ‘m even voor je door.’
‘Hebben jullie al een naam?’
‘Nee, een auto reserveren moet je tegenwoordig via Ultimo doen, het kan niet meer via de receptie.’
‘Wie heeft de laatste pepernoten opgegeten?’
‘Kom je nog even pauze houden?’
Ik zucht en sluit de computer af. Ik heb nog precies nul minuten om twee teambesprekingen te schrijven.