Revalidatie Nederland (RN) en de Nederlandse Vereniging van Revalidatieartsen (VRA) hebben samen in 2023 het Revalidatieregister gelanceerd. Dit register combineert data van patiëntgroepen, behandelingen en kosten van de medisch specialistische revalidatie. Met het inzicht in de praktijkvariatie dat dit oplevert, verbetert de revalidatiesector haar kwaliteit en doelmatigheid. 

Wat het revalidatieregister uniek maakt, is dat het een gezamenlijk initiatief is van een branchevereniging (RN) samen met de wetenschappelijke beroepsvereniging (VRA), waarbij DBC-data, patiënt-/diagnosegroepen worden gecombineerd, die op termijn worden aangevuld met data over de uitkomsten. Het revalidatieregister biedt bovendien een benchmark voor alle diagnoses (binnen de revalidatiesector). Lees verder, of bekijk de infographic

Trainingen

Sinds de lancering van de eerste versie van het Revalidatieregister, worden regelmatig trainingen georganiseerd voor leden in het gebruik van het register. Het gaat om trainingen voor zowel Key-users, als aparte trainingen voor artsen, behandelaren en andere geïnteresseerden.

Nieuws

Documenten nieuwe patiëntgroepen beenamputatie en dwarslaesie

De medisch specialistische revalidatiesector wil graag behandelingen en uitkomsten kunnen benchmarken, o.a. voor het Revalidatieregister. Dat kan alleen met gelijkwaardige groepen patiënten, zodat we geen appels met peren vergelijken. Daarom heeft RN samen met de VRA de patiëntgroepen ontwikkeld. Al sinds 2021 registreren artsen patiëntgroepen voor ‘hersenen’ en ‘assessment’, daar komen per 1 januari 2025 ‘beenamputatie’ en ‘dwarslaesie’ bij. RN en VRA werken toe naar een dekkende set voor uiteindelijk alle patiëntgroepen. Voor de implementatie van de nieuwe patiëntgroepen ‘beenamputatie’ en ‘dwarslaesie’, zijn speciaal voor revalidatieartsen deze documenten opgesteld:

Leden van VRA en RN kunnen op deze pagina van Revalidatie Kennisnet terecht voor een toelichting en samenvatting van de belangrijkste veranderingen.

Eerste spiegelgesprek revalidatieregister

Na jaren bouwen en registreren, konden vier koplopers maandag 10 juni de vorm en intensiteit van hun zorg met elkaar vergelijken in het eerste spiegelgesprek van het revalidatieregister. Libra, Revant, Rijndam en UMC Utrecht bogen zich 10 juni drie uur lang over hun verschillen in de manier waarop zij de behandeling aan CVA-patiënten met communicatieve, cognitieve en motorische problematiek vorm hadden gegeven. Naast mooie inzichten leverde dit nuttige tips op voor de volgende spiegelgesprekken. Lees verder

Revalidatieregister in Nederlands Tijdschrift voor Revalidatiegeneeskunde

In editie 3-2023 van het Nederlands Tijdschrift voor Revalidatiegeneeskunde is ook een artikel opgenomen over het Revalidatieregister. Het register is een bron van informatie om de zorg te verbeteren en het staat al in de startblokken. Projectleider Mirna van Straten en revalidatieartsen Annetje de Rooij en Marco Schults vertellen over de aanpak en toekomstmogelijkheden. Lees verder

Patiëntgroepen en het Revalidatieregister, een logisch paar

In dit artikel legt revalidatiearts en bestuurder Paulien Goossens uit waarom het registreren van patiëntgroepen een essentiële aanvulling is. ‘Dan hebben we alle gegevens voor een goede kwaliteitsbenchmark compleet.’ Lees verder

Deze video is gemaakt door Performation.

Veelgestelde vragen

Nee, de data van het CP-register komt niet in het Revalidatieregister. De Stichting Revalidatie Impact (SRI) is registratiehouder van meerdere registraties, waaronder het CP-register. De datastromen van het CP-register en het revalidatieregister gaan we echter niet verbinden.

In de versie van het revalidatieregister die op 5 september 2024 is opgeleverd, kun je een dataset kiezen waarin een ziekenhuis alleen wordt gebenchmarkt met andere ziekenhuizen en een revalidatiecentrum alleen met andere centra. Op deze manier kun je de eigen organisatie vergelijken met andere instellingen die het meest lijken op de eigen organisatie.

In dit dashboard vergelijk je het eigen behandelprofiel en de mix van behandelsettings, met die van de benchmark. Met name bij ziekenhuizen gaf dit voorheen een iets vertekend beeld, omdat zij geen klinische behandelsetting aanbieden, maar wel met klinische aanbieders werden gebenchmarkt. Door te selecteren/filteren op ziekenhuizen, vergelijkt een deelnemend ziekenhuis zichzelf alleen met andere ziekenhuizen en niet langer met centra. De revalidatiecentra kunnen zichzelf alleen met andere centra vergelijken. Ook behouden alle deelnemers de optie om zichzelf met het totaal te benchmarken, van alle ziekenhuizen en centra.

In onderstaande lijst staat de indeling van instellingen per instellingstype, zoals we deze gebruiken in het revalidatieregister. In de categorie Centrum zitten de revalidatiecentra inclusief zelfstandige behandelcentra (ZBC). In de categorie Ziekenhuis zitten algemene ziekenhuizen en UMC’s samen. Er is te weinig volume om het instellingstype verder dan dit uit te splitsen, vandaar deze twee instellingstypes.

InstellingInstellingstype
AdelanteCentrum
De HoogstraatCentrum
De VogellandenCentrum
LibraCentrum
Merem Medische RevalidatieCentrum
Revalidatie FrieslandCentrum
Revant Revalidatiecentrum BredaCentrum
RijndamCentrum
RoessinghCentrum
Stichting HeliomareCentrum
Revalidatiepraktijk RAPCentrum
Sint MaartenskliniekCentrum
UMCG Centrum voor RevalidatieCentrum
Maasstad ZiekenhuisZiekenhuis
Noordwest ZiekenhuisgroepZiekenhuis
Treant ZorggroepZiekenhuis
UMCUZiekenhuis

Nee. Je ziet alleen de spreiding aan gemiddelden van alle organisaties die in het dashboard zitten. De spreiding van je eigen trajecten zie je niet. Dit willen we wel gaan weergeven in het revalidatie behandelroute dashboard waar momenteel aan wordt gewerkt. We verwachten dat dit kan worden opgeleverd in de eerste helft van 2025.

Projectgroep

Vanuit de Vereniging van Revalidatieartsen (VRA) en Revalidatie Nederland (RN) wordt het project uitgevoerd door:

De besluitvorming over het Revalidatieregister ligt bij het bestuur van de Stichting Revalidatie Impact.

Contact

Voor vragen en suggesties kun je contact opnemen met projectleider Mirna van Straten.