Zoveel jaren later…
In de verhalenserie ‘Zo veel jaren later…’ gaat Revalidatie Magazine op zoek naar mensen die tientallen jaren geleden hebben gerevalideerd. Hoe is het met ze en hoe kijken zij terug op hun revalidatieperiode? Deze keer: Cor Calis.
Een boom van een vent doet open. Alleen door een haperende pas heb je in de gaten dat er iets met zijn lijf is. In het appartement van Cor Calis in Baarn trekt een portretschilderij van een opgewekte vrouw de aandacht. Zijn vrouw Marjolijn overleed vijf jaar terug aan de gevolgen van een hersenbloeding. Cor en Marjolijn waren sinds 1975 getrouwd.
‘Mijn revalidatieperiode was hartstikke leuk, want in die tijd heb ik mijn vrouw ontmoet’, grijnst Cor. Hij was twintig toen hij na een heel zwaar jaar bij De Hoogstraat terechtkwam. Na een brommerongeluk had hij op twee plaatsen zijn been gebroken. Niets aan de hand, zou je zeggen. Maar de dokter die in het weekend gips om zijn been deed, had de wond niet goed schoongemaakt. Een bacteriële infectie werd hem bijna fataal. ‘Ik lag zelfs zes weken in coma. Of ik boos was? Nee, dat had toch geen nut. Daar was ik heel nuchter in. Ik kom van een boerderij. Daar was het ook altijd van: hup, doorgaan!’
Zit het sport-katern aan de binnenkant?
Een beenamputatie was onontkoombaar, waarna Cor naar Leersum ging om te revalideren. En daar was Marjolijn ook, een spontane en zorgzame vrouw. Na een val had ze een beschadigde rug. ‘Ik weet het nog precies’, zegt Cor. ‘Ze kwam binnen in een rolstoel en droeg een overhemd met krantenprint. Toen zei ik: ,,Zit het sport-katern aan de binnenkant?” Het ijs was gebroken. Ze bleek in Baarn te wonen, bij mij in de buurt. Dus vanaf dat moment pikte ik haar op en gingen we samen naar Leersum.’
Cor revalideerde vier maanden. Hij blikt terug op een intensieve periode, waarbij hij doordeweeks intern verbleef en in het weekend thuis was. De Hoogstraat had als uitdaging om een geschikte prothese voor Cor te vinden. In het ziekenhuis, waar hij vanwege complicaties wel negen maanden met zijn stomp lag, had hij de prothese nog in de kast ‘gemieterd’. ‘Ik zei tegen verpleegkundigen: trek ‘m zelf maar aan!’ Nadat zijn stomp was rechtgezet en Cor wat rustiger was geworden, kon De Hoogstraat hem verder helpen met een houten prothese die via een koker aan zijn been bevestigd was.
Alles was wennen. Het lopen, maar ook de esthetiek. ‘Ik ben heel lang en heb een hele korte stomp, waar dan ineens zo’n bezemsteel uitkomt. Het heeft nog wel een maand geduurd voor ik aan die koker wilde. Het hielp dat er bij De Hoogstraat lotgenoten waren; die was ik in het ziekenhuis nog niet tegengekomen. Met vijf mensen trainden we en konden we elkaar motiveren.’
Na zijn revalidatieperiode bloeide de liefde met Marjolijn verder op. Ze stichtten een gezin waarbij Marjolijn thuis alles deed en Cor weer vol ging werken bij een bedrijf dat fittingen maakte voor verwarmingsinstallaties. ‘Ik zorgde voor de poen.’ Vijftig jaar werkte hij voor dezelfde baas. Het was veelal zittend werk. ‘Mijn werkgever is perfect geweest voor me. Ik kreeg een aangepaste stoel en een verstelbare werktafel. En als ik weg moest voor aanpassingen aan mijn prothese, dan werd daar nooit moeilijk over gedaan.’ Met protheses heeft hij nog wel wat lopen stoeien in de loop der jaren, bij verschillende aanbieders. Door zijn lengte en korte stomp luisterde het allemaal nauw. In 2019, een paar jaar na het overlijden van zijn vrouw, kwam een dieptepunt.
In korte tijd was er veel gebeurd. Marjolijn stierf twee weken voordat Cor met pensioen ging. Dus zat hij alleen thuis zonder zijn grote liefde en mét verdriet en allemaal zorgtaken. Koken, wassen, strijken; hij moest het allemaal zelf doen en dat trok een wissel op zijn lijf. Bovendien ging de rouw ook in zijn lichaam zitten, waardoor hij – vermoedt hij zelf – verkeerd liep.
Een sportmasseur waar Cor eens per maand naartoe gaat, tipte hem om naar Frank Jol te gaan. Instrumentmaker Jol heeft in Amsterdam een multidisciplinair team voor fysieke mobiliteit. ‘Daar zorgden ze voor meer stabiliteit in mijn prothese. Bovendien heeft de fysiotherapeute daar me echt gepusht om vooruit te komen. Ze leerde me goed te lopen en aan mijn conditie te werken. Sinds ik daar wekelijks train, is mijn leven veel aangenamer geworden.’
Dan stond ik bij de kaasboer, ging mijn knie op slot en lag ik weer op de grond.
Hij kreeg een prothese met elektronische knie, maar kon daar niet aan wennen. ‘Je moet drie keer met je voet tikken en dan gaat de knie weer meebewegen. Maar ja, dat tikken vergat ik. Dan stond ik bij de kaasboer, ging mijn knie op slot en lag ik weer op de grond.’ Hij ging terug naar een eerdere prothese maar streeft ernaar om toch weer gebruik te kunnen gaan maken van de elektronische knie. ‘Het lopen daarmee kost veel minder energie, ik wil er alles aan doen om er toch goed mee overweg te kunnen.’
Want denk niet dat Cor bij de pakken neerzit. Ja, het gemis van zijn vrouw is nog steeds groot. Maar hij blijft die boerenzoon die vooruit wil en heeft veel om voor te leven: twee dochters en zijn kleinkinderen. Hij rijdt regelmatig met kinderen naar sportclubs en werkt dagelijks een aantal uren in de bloemenzaak van zijn dochters. ‘Ze moeten me wel eens afremmen. Dan ben ik bezig met dingen opruimen en dan hoor ik ineens: “Pap ga nou maar naar huis, want je bent al lang genoeg hier, hoor.”’
Hij heeft een fijne familie, met ook twee schoonzoons en een aantal broers en zussen, op wie hij altijd kan rekenen als hij steun nodig heeft. Veel om hulp vragen zit echter niet in zijn aard. Hij kan nog steeds veel alleen, ook al merkt hij de gevolgen van de ouderdom. ‘Af en toe, vaak aan het einde van een dag als ik moe word, ben ik de prothese helemaal zat, dan mik ik ‘m uit en pak ik mijn krukken. Daarnaast heb ik een trippelstoel, waar ik de kamer mee door fiets.’
Nee, zijn situatie is niet ideaal, maar hij kan ook relativeren. Bij een trainingsweek van de Rehab Academy leerde hij mensen kennen met zwaardere aandoeningen. Met één man van die week heeft hij regelmatig contact. Met zijn familie, een schoonmaakster en een groepje kaartvrienden, heeft Cor aardig wat mensen om zich heen die zorgen voor een stevig sociaal netwerk. Maar toch, ’s avonds alleen op de bank gaat nooit wennen. ‘Knudde, dat is het. Je kunt niks meer overleggen als je televisie zit te kijken.’ Wellicht komt er eens een nieuwe liefde op zijn pad? ‘Nee. Als je zo lang getrouwd bent en je hebt het altijd goed gehad, wat moet ik dan met een ander?’ Cor kijkt nog weer eens naar het portret van Marjolijn. Zijn revalidatietraject is voor altijd met haar verbonden.