Zonder goede bekostiging geen goede revalidatiezorg. Maar hoe zorgen we voor een financieel gezonde revalidatiesector? En welke veranderingen zijn nodig om de revalidatiezorg toekomstbestendig te houden? We vroegen het aan Joris Prevo, Beleidsadviseur Sturing & Financiering bij Revalidatie Nederland.
We spreken in de Medisch Specialistische Revalidatie over bekostiging. Kun je kort uitleggen wat dat precies inhoudt?
‘In de zorg maken we een onderscheid tussen financiering en bekostiging. Financiering heeft betrekking op investeringen, zoals de aanschaf van een MRI-apparaat met behulp van een lening bij de bank. Bekostiging gaat over de manier waarop revalidatiecentra worden betaald voor de zorg die zij leveren. Hiervoor sluiten zij contracten met zorgverzekeraars. In de Medisch Specialistische Revalidatie betekent dit dat instellingen vergoed worden op basis van DBC’s (Diagnose Behandelcombinaties): een vastgestelde combinatie van een diagnose en de bijbehorende behandeling. De inhoud van de DBC’s en de maximale tarieven worden bepaald door de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa). Zorgverzekeraars en zorgaanbieders onderhandelen over de tarieven en contractvoorwaarden van een DBC.’
Joris Prevo, beleidsadviseur sturing & financiering

Wat zijn de grootste financiële uitdagingen voor MSR-instellingen?
‘Veel revalidatiecentra en revalidatieafdelingen binnen ziekenhuizen draaien zwarte cijfers, maar de winstmarges zijn flinterdun. Zorgverzekeraars zien in de jaarcijfers dat instellingen geen verlies lijden en concluderen dat het financieel ‘prima’ gaat. Maar in de praktijk zijn instellingen krap bij kas en dit betekent dat zij nauwelijks buffers kunnen opbouwen of investeren in noodzakelijke vernieuwingen. Zoals de invoering van een Elektronisch Patiëntendossier (EPD) of huisvesting. Veel revalidatiecentra zijn namelijk gevestigd in grote, verouderde gebouwen die stammen uit een tijd waarin revalidatietrajecten veel langer duurden dan nu het geval is. Op dit moment maken veel instellingen plannen voor nieuwbouw die beter is afgestemd op de zorgbehoefte van vandaag. Maar zonder financiële ruimte blijft die stap onhaalbaar.
Maar in de praktijk zijn instellingen krap bij kas en dit betekent dat zij nauwelijks buffers kunnen opbouwen of investeren in noodzakelijke vernieuwingen.
Ook worden in de onderhandelingen tussen zorgaanbieder en zorgverzekeraar nog regelmatig omzetplafonds afgesproken. In dat geval mogen zorginstellingen niet onbeperkt zorg declareren, maar slechts een vooraf vastgestelde hoeveelheid per jaar. Voor revalidatiecentra is dit extra uitdagend, omdat de zorgvraag moeilijk te voorspellen is. Het aantal patiënten, de behandelingen en de duur ervan variëren sterk, terwijl de kosten per patiënt vaak hoog zijn. Hierdoor zitten centra regelmatig boven of onder het plafond. Bij overschrijding van het plafond ontvangen ze achteraf meestal een beperkt deel van de extra kosten. En als ze onder het plafond zitten, missen revalidatiecentra een deel van de begrote opbrengsten.’

Waar zie jij mogelijkheden voor verbeteringen?
‘Er zijn verschillende manieren om de bekostiging beter aan te laten sluiten op de praktijk. Zo heeft de NZa het afgelopen jaar op ons aandringen én op basis van onafhankelijke data de financiële situatie van MSR-instellingen onderzocht. Uit dat onderzoek bleek dat de maximumtarieven structureel te laag waren, wat heeft geleid tot een verhoging van ruim 5%. Dit was een belangrijk succes. Toch merken we in onderhandelingen dat zorgverzekeraars de noodzaak van de verhoging niet altijd inzien. Wij blijven daarom benadrukken dat deze aanpassing is gebaseerd op reële kostprijzen en nodig is om goede zorg te kunnen blijven bieden.
Een andere kansrijke ontwikkeling is digitalisering, zoals revalidatie op afstand. Hiermee kan personeel nog efficiënter worden ingezet en kunnen we de zorg toegankelijk houden. Maar ook hier zijn weer investeringen nodig, bijvoorbeeld in apps en digitale systemen. Sommige zorgverzekeraars zijn bereid om hier aanvullende afspraken over te maken of aparte betaaltitels in te zetten, maar dat geldt niet voor allemaal. De NZa heeft afgelopen tijd gelukkig meer ruimte gecreëerd voor innovatie, zoals facultatieve prestaties en experimentele betaaltitels, waardoor er nieuwe mogelijkheden ontstaan.’
Kun je een voorbeeld noemen van een succesvolle vernieuwing?
‘Jazeker. Een van de langlopende knelpunten is de manier waarop DBC’s worden ingedeeld. Op dit moment geldt dat pas bij een opname van 14 dagen of langer een klinische DBC wordt vergoed. Dit is een verouderde regel, omdat revalidatieopnames vroeger vaak maanden duurden. Inmiddels ligt de gemiddelde opnameduur zo’n 40% lager. Dit leidt tot een ongewenste financiële prikkel: een instelling die een patiënt 12 dagen opneemt, ontvangt alleen een poliklinische vergoeding, wat niet kostendekkend is. De verleiding is dan groot om een patiënt – onnodig – een paar dagen langer op te nemen. Afgelopen jaren hebben we veel gesproken met de NZa over dit knelpunt en samen nagedacht over mogelijke oplossingen. Dit heeft geleid tot een nieuwe betaaltitel die hoogstwaarschijnlijk vanaf 1 januari 2026 wordt ingevoerd: naast de ambulante DBC komt er voor de eerste 14 opnamedagen een aparte vergoeding per dag. Dit maakt kortere, efficiëntere opnames een stuk aantrekkelijker.’
Mensen re-integreren sneller, blijven langer zelfstandig en kunnen vaker terugkeren naar werk. Dat levert besparingen op voor zorg, gemeenten en werkgevers.
Wat kunnen MSR-instellingen zelf doen?
‘Binnen revalidatiecentra en ziekenhuizen zie ik mooie initiatieven die bijdragen aan een efficiëntere zorgverlening. Een goed voorbeeld is de samenwerking tussen Medisch Specialistische Revalidatie en Geriatrische Revalidatiezorg. Wanneer een patiënt uit het ziekenhuis wordt ontslagen, is het niet altijd direct duidelijk welke revalidatie het beste aansluit. Door gezamenlijke afdelingen in te richten, waar patiënten langer geobserveerd kunnen worden voordat een definitieve plaatsing wordt bepaald, kunnen zorgverleners beter inspelen op de behoeften van de patiënt.
Ook werken instellingen steeds vaker samen om de overgang van ziekenhuis naar revalidatie soepeler te laten verlopen. Bijvoorbeeld bij patiënten met een herseninfarct. Door de ziekenhuisopname te verkorten en patiënten sneller naar een revalidatiecentrum over te plaatsen, kunnen bedden efficiënter worden benut zonder dat dit ten koste gaat van de zorgkwaliteit.
Beide voorbeelden vragen wel weer om investeringen en een flexibeler bekostigingssysteem, zodat de financiële drempels weggehaald kunnen worden. Als Revalidatie Nederland blijven we daarom in gesprek met zorgverzekeraars, de NZa en het ministerie van VWS om ruimte te creëren voor dit soort zorgverbeteringen.’
Tot slot: jij houdt van cijfers, maar benadrukt ook dat we ons niet blind moeten staren op getallen. Kun je uitleggen wat je daarmee bedoelt?
‘Wat vaak vergeten wordt, is dat revalidatie niet alleen kosten met zich meebrengt, maar ook veel maatschappelijke waarde oplevert. Mensen re-integreren sneller, blijven langer zelfstandig en kunnen vaker terugkeren naar werk. Dat levert besparingen op voor zorg, gemeenten en werkgevers. Ik zou in de toekomst graag zien dat we die bredere maatschappelijke opbrengsten beter leren begrijpen en meewegen in de bekostiging. Op die manier kunnen we een completer beeld krijgen van de waarde die revalidatiezorg oplevert voor patiënten én de samenleving als geheel.’
Auteur

Evelyn Fransen
Gerelateerde artikelen Revalidatie Magazine

Verzekeraar en revalidatiecentrum op weg naar zorg dichtbij en financiële zekerheid

‘Werk werkelijk samen’

Zo brengen we e-revalidatie naar volgend niveau
Gerelateerde artikelen Nederlands Tijdschrift voor Revalidatiegeneeskunde

Het Revalidatieregister: kwaliteitsinstrument met mooie kansen voor de toekomst

Organisatie van zorg van grote invloed op ligduur van patiënten met een dwarslaesie
