Oud-militair en -revalidant Jeffrey Vroegop (32) deed vorige week mee aan de Invictus Games, een internationaal sportevenement voor fysiek en mentaal gewonde militairen, dat in Den Haag plaatsvond. Het hielp hem bij het accepteren van zijn hersen- en knieletsel. ‘Eerst dacht ik dat ik niet gewond genoeg was om mee te doen.’
Af en toe klinkt een luide gaap. We spreken Jeffrey op een rustdag, tussen sportwedstrijden in. Hij doet mee aan zitvolleybal, zwemmen en rolstoelbasketbal. ‘Gisteren heb ik de hele dag gezwommen. Na twee wedstrijden bleek dat ik de finale van de vijftig meter schoolslag had gehaald en die was pas om kwart voor zeven in de avond. Nou, dat was echt wel doorbijten, zo’n lange dag hangen in dat warme zwembad met al dat chloor. Normaal houd ik zo’n dag helemaal niet vol, maar ja, hier ga je er maar voor. Nu mag ik het bezuren, maar dat kan ook.’
Afsnauwen
Voor Jeffrey zijn het de tweede Invictus Games. Zijn doel: weer een stapje verder komen in het accepteren van zijn beperkingen. Op zijn negentiende, in 2009, rijden hij en een aantal collega’s van de Luchtmobiele Brigade tijdens een missie in Afghanistan op een bermbom. Hij raakt gewond en de revalidatie richtte zich vervolgens aanvankelijk op het lichamelijke letsel, in zijn knie. Later blijkt dat hij niet aangeboren hersenletsel heeft. ‘Eigenlijk wist ik dat zelf wel, maar ik probeerde het te camoufleren. Ik wilde alles gewoon kunnen blijven doen. Als mijn vriendin en mijn moeder iets zeiden over mijn vergeetachtigheid, bijvoorbeeld wanneer ik het gas weer eens na het koken aan had laten staan, snauwde ik hen af. Zei ik: ,,Ach, ik ben een man, en mannen vergeten altijd wel iets.”
Tegen de lamp
Ik had een droom: ik wilde naar het Korps Commandotroepen. Dat met mijn benen kon misschien nog wel herstellen; letsel aan mijn hoofd kon ik er niet bij hebben. De hoofdpijn verzweeg ik.’ Maar Jeffrey’s situatie wordt onhoudbaar. ‘Ik hield mezelf voor de gek. Het ging van kwaad tot erger. Ik ging een verpleegkunde-opleiding volgen en liep keihard tegen de lamp. Op mijn stageplek vroegen ze of ik verward of dronken was, omdat ik overal briefjes neerlegde om maar niets te vergeten. Op een gegeven moment ging het bijna mis: ik moest voor een patiënt met een acute allergische reactie een medicijn halen, maar in mijn loop werd ik afgeleid door een andere patiënt, waardoor ik de naam van het medicijn vergat en terug moest om het te vragen. Toen dacht ik zelf ook: er moet iets veranderen.’
Er volgen regeneratietherapieën bij Militair Revalidatie Centrum Aardenburg én Jeffrey krijgt ondersteuning van expertisecentrum Brein Support. ‘Daar brachten ze onder meer in kaart wat voor effect bepaalde activiteiten op mij hadden. Zo bleek dat ik een feestje organiseren vanachter mijn laptop drie uur achter elkaar kon doen, maar dat ik van een fietsje solderen – met al dat harde geluid – al na een kwartier uitgeput was.’
Eeuwig dankbaar
Brein Support kijkt ook naar mijn sterke en minder sterke punten en helpt hem bij het vinden van een geschikte baan binnen Defensie. ‘Sinds drie jaar ben ik doktersassistent. Ik werk in gezondheidscentrum Schiphol, op de Koningin Máximakazerne. Door een slimme planning, met ruimte om mijn batterij op te laden, kan ik achttien uur werken in de week én een studie doen. Defensie denkt met me mee een geeft de ruimte, daar ben ik mijn werkgever eeuwig dankbaar voor.’
Via het gezondheidscentrum in Schiphol komt hij in aanraking met de Invictus Games. Een fysiotherapeut daar wijst hem erop en stelt hem voor aan het team. Maar Jeffrey aarzelt. Hij voelt zich geen gewonde militair en spreekt dat uit. Totdat hij praat met diezelfde fysiotherapeut, die zelf ernstig been- en oogletsel heeft. ‘Hij zei: ,,Jef, ik zie er dan misschien meer gehavend uit dan jij; ik kan tenminste fulltime werken.” Dat zette me wel aan het denken.’
Gesprekken
Jeffrey leert ook dat het woord gewond breed te interpreteren is. Zo doen er militairen mee met een Post Traumatische Stress Stoornis (PTSS). Jeffrey gaat trainen en doet in 2018 mee aan de Invictus Games in Sidney. Deelname helpt hem bij zijn acceptatieproces en brengt gesprekken met zijn omgeving op gang. ‘Toen ik mee ging doen aan rolstoelbasketbal, vroegen mensen of ik nog zo veel last van mijn knie had. Wie mij af en toe een uurtje op een verjaardag zag, dacht dat er niet veel aan de hand was. Nu kon ik uitleggen dat ik wel degelijk tegen grenzen aanliep op een dag.’
De deelname smaakt naar meer en in Den Haag zijn het zeker ook de prestaties van anderen die veel met Jeffrey doen. Bij het zwemmen bijvoorbeeld. ‘En dan heb ik het niet over mensen die in dertig seconden heen en weer zwemmen. Bij ons in het team zit iemand die door een zeldzame reactie op medicijnen in een paar jaar tijd rolstoelafhankelijk geworden. Hij doet anderhalve minuut over honderd meter zwemmen, maar als je dan ziet hoeveel moeite hij doet en hoeveel kracht hij uit zijn prestatie put… Dat vind ik prachtig. Iedereen in de zaal stond te klappen, zijn ouders braken en al onze teamleden schreeuwden voor die jongen. Echt inspirerend.’
Na voorbereidingen op een evenement dat eigenlijk in 2020 moest plaatsvinden, maar door corona werd uitgesteld, vindt Jeffrey het wel eventjes goed zo en denkt hij niet aan deelname aan een volgende editie van de Invictus Games. ‘Ik heb een zoontje van negen weken, ik wil nu wel even ergens rust vinden.’ Maar hij voorspelt ook dat het snel weer begint te kriebelen. ‘Ik zou wel als teamcaptain mee willen. Als ervaringsdeskundige. Er zijn nog zo veel mensen die thuis zitten met PTSS of andere klachten. Sport kan je uit een isolement halen en kan je motiveren om het maximale uit jezelf te halen. Al kan ik maar één iemand inspireren om te starten met sporten, door te zeggen: ,,Probeer het maar gewoon.” En dat je dan iemand ziet vechten, doorgaan en uiteindelijk genieten. Dat lijkt mij fantastisch.’