Niet als aanvulling op, maar een onderdeel van de revalidatiezorg. Zo wordt eHealth ingezet bij de afdeling revalidatie, fysiotherapiewetenschap en sportgeneeskunde van UMC Utrecht. In de behandeling wordt gebruik gemaakt van apps en poliklinische afspraken gaan via Teams als de situatie dit toelaat. Recent onderzoek onder het team laat zien dat ruim 85 procent van de collega’s eHealth aanbeveelt. Maar hoe houd je dit vast? En wat levert het op? “Je moet eHealth normaliseren, maar ook zaken die niet bij een behandelaar horen daar weghouden.”
“Sinds COVID-19 hebben wij alle behandelkamers standaard ingericht met een tweede scherm, een webcam en fatsoenlijke boxen. Dat is essentieel geweest om videoconsulten en behandelapps echt onderdeel te maken van onze zorg”, vertelt fysiotherapeut Guido Limburg, die zich naast de patiëntenzorg een dag per week officieel bezig houdt met de implementatie en borging van eHealth binnen de afdeling. “Op onze afdeling is best een innovatief en open minded klimaat. Niemand wil het ‘niet’, alleen willen mensen wel dat het iets oplevert. Daar moet je rekening mee houden als je eHealth inzet. Als je het gaat protocolleren, dan wordt het vinkjes zetten en dat werkt niet.”
Vooral in de polikliniek
Naast videoconsult gebruikt de afdeling andere eHealth-toepassingen, zoals Physitrack, een platform voor beweegzorg op afstand, en activiteitentracker Fitbit, waarmee de zorgverlener via een online dashboard (op afstand) meekijkt met de patiënt om de fysieke belasting en belastbaarheid te beoordelen. Guido: “We kijken naar welke afspraak op afstand kan, bij een afspraak met de maatschappelijk werkster gaat dat soms makkelijker dan een bij hands-on fysiotherapie behandeling, maar ook voor welke patiënt eHealth geschikt is in de behandeling en voor wie niet.”
Niet rennen maar plannen
Voor ergotherapeut Tjamke Strikwerda is het behandelprogramma voor mensen met cognitieve problemen als gevolg van hersenletsel ‘Niet Rennen Maar Plannen’ een goed voorbeeld van eHealth in de polikliniek. “Nu het papieren behandelprogramma al jaren met succes in gebruik is kwam logischerwijs de vraag of dit geen e-module kon worden. Zo zijn we overgestapt op blended care, van de papieren versie is een e-versie gekomen, waarop je kunt inloggen en online e-modules volgen. Het voordeel daarvan is dat je er ook video’s en animaties in kwijt kunt, dus het heeft echt meerwaarde op een papieren behandelprogramma. Ook is de papieren versie volledig herzien, zodat beide op elkaar aansluiten en dus eventueel ook tegelijk gebruikt zouden kunnen worden.”
Het moet wat opleveren
“Daarnaast bestaat ons zorgprofiel uit zes inhoudelijke speerpunten, uit zorg waarvoor we een wettelijke taak hebben en uit complexe zorg die om de infrastructuur en multidisciplinaire samenstelling van een academisch ziekenhuis vraagt. In alle gevallen is reistijd is een belangrijke factor bij de inzet van eHealth. “Het videobellen op de poli bood in coronatijd zeker uitkomst, maar we willen dit voortzetten, omdat het patiënten een keuze biedt. Wil je hier fysiek zijn, kost het je teveel energie of is de reistijd problematisch?”, aldus Tjamke. Voordeel voor de patiënt is duidelijk. Wat eHealth concreet voor de zorgverleners oplevert, is lastiger te meten. Guido: “De financiering van revalidatiezorg gaat op basis van verrichtingen. Een efficiëntere behandeling kan zo minder verrichtingen en dus minder geld per patiënt opleveren. Dit maakt dat de borging complex en financieel onaantrekkelijk. In die financiering, waar je als behandelaar niet teveel aan wilt denken, moet structureel iets veranderen om blended care echt tot zijn recht te laten komen.”
Je moet het zo uit de kast kunnen pakken
Innovatie en implementatie zijn volgens het team dus prima te regelen op de afdeling, mits er geld is. De borging is een ander punt, die moet volgens Guido en Tjamke echt vanuit jezelf komen. “Ik kan wel dat behandelprogramma gaan gebruiken, maar als mijn collega’s geen account als behandelaar hebben gekregen in het online programma, dan komen ze niet zo ver. Dus je hebt altijd iemand nodig die aanspreekpunt is. Bovendien moet je die Fitbits ‘s ochtends zo uit de kast kunnen pakken, anders werkt het niet. Dat soort zaken zijn in ons ziekenhuis nog niet centraal geregeld, dus daar hebben we Guido voor”, lacht Tjamke.
Team digital health
Met 12000 man personeel is eHealth ook niet makkelijk centraal te regelen, denkt Guido. “Dan is het makkelijk om het naar jezelf toe te trekken, maar nadeel is dat iedereen dan zelf het wiel gaat uitvinden.” Inmiddels is er het centrale team digital health, waar afdelingen met nieuwe ideeën kunnen aankloppen. “Ik denk dat we in dit ziekenhuis veel langs elkaar heen doen en ik hoop dat digital health de verbinder hierin kan zijn. En groter dan dat, een partij die vanuit centraal een bredere visie kan vormen én uitvoeren dan enkel op divisieniveau”, aldus Guido. “De kunst is om het gedaan te krijgen, je idee tot uitvoering te brengen. Wij hebben daarin geluk gehad, misschien ook wel omdat we relatief kleine afdeling zijn met een brede patiëntpopulatie. Dus alles wat wij bedenken, kunnen we op de hele ziekenhuispopulatie testen. Daarmee gaan wij zeker door!”