Wie Nelleke van Winkelhof
Wat Initimiteitsverpleegkundige op de dwarslaesieafdeling
Waarom Voorlichting over seksualiteit en intimiteit voor revalidanten
Waar Revalidatiecentrum Adelante in Hoensbroek
Hoe ben je dat geworden: intimiteitsverpleegkundige?
‘Als verpleegkundige ben je nauw betrokken bij revalidanten, en dat maakt de drempel om over intimiteit en seksualiteit te praten lager. Maar ik merkte dat ik vragen van mensen niet altijd goed kon beantwoorden. Ik maakte bijvoorbeeld ook mee dat een man met een dwarslaesie bij katheterisatie een erectie kreeg: hoe moet je dan reageren? Om meer recht te doen aan het onderwerp seksualiteit ben ik een post-hbo-opleiding tot intimiteitsverpleegkundige gaan doen. Mijn werkgever stond hier volledig achter, omdat seksualiteit zo een vast onderdeel van het revalidatietraject kon worden. In andere revalidatiecentra is vaak wel een seksuoloog die geconsulteerd kan worden en soms zijn er bijvoorbeeld verpleegkundigen met seksualiteit als aandachtspunt, maar juist de structurele deskundige aandacht is bijzonder.’
Wat houdt je werk in?
‘Het is noodzakelijk dat de problematiek rond het legen van blaas en darmen goed geregeld is, voordat mensen überhaupt aan seksualiteit kunnen denken. In die begeleiding werk ik samen met de continentieverpleegkundige. Na een tijd revalideren is de behoefte aan informatie over seksualiteit groot, maar het blijft voor veel professionals een lastig onderwerp. Ik krijg dus ook veel vragen van collega’s, en ze zijn blij dat ze revalidanten met mij in contact kunnen brengen. Eenmaal per maand heb ik een spreekuur, waarvoor ik mensen uitnodig of waarvoor mensen zich aanmelden, alleen of met hun partner. Ook verzorg ik een middag over seksualiteit in een voorlichtingsreeks waarbij alle aspecten van een beperking worden besproken. Naar aanleiding hiervan komen mensen vaak bij me terug voor een een-op-een-gesprek. De grootste vraag is: hoe moet dat nu eigenlijk verder? Vooral voor mannen geldt de vraag of ‘het’ nog kan. Er speelt schaamte mee, zij kunnen zich letterlijk ontmand voelen. Ik leg uit dat er met medicatie zoals viagra of hulpmiddelen die ik ook laat zien – veel mogelijk is. Die uitleg is hard nodig omdat mensen aanvankelijk vaak cynisch zijn over dit soort middelen. Ook schuldgevoel kan meespelen, als mensen bang zijn hun partner tekort te doen.’
Werk je ook voor revalidanten buiten je afdeling?
‘Jazeker, ik zie ook andere revalidanten, zoals mensen met niet-aangeboren hersenletsel. Na hersenletsel kan seksuele ontremdheid een rol spelen, partners kunnen vragen hebben. Revalidanten die een chemobehandeling hebben ondergaan of die medicatie slikken zoals bètablokkers of spasmeverlagende medicatie, kunnen merken dat dit een dempende werking heeft op hun seksuele leven of dat het moeilijker is om een erectie te krijgen. De arts heeft dit dan weliswaar vermeld bij het voorschrijven, maar de ervaringen komen pas later en dan kunnen ze er met mij over praten.’
Wat bereik je met je werk?
‘Veel meer openheid. Als ik na het weekend van mensen terughoor dat ze thuis uitgeprobeerd hebben of iets voor hen werkt, kan ik heel blij worden. Ik ontken niet dat intimiteit en seksualiteit veranderd zijn en dat spontaniteit een andere lading krijgt. Maar de wetenschap dat er toch mogelijkheden zijn, geeft veel opluchting. Seksualiteit is inmiddels een onderdeel van het revalidatietraject, en dat vind ik een goede zaak. Het doet mij goed als ik tijdens een avonddienst hoor dat revalidanten rond de tafel zitten en praten over seksualiteit, en over oplossingen voor problemen waar zij tegenaan lopen. Dan denk ik: dit heb ik bereikt, er wordt over gesproken!’