‘Een verandering vindt plaats omdat gewone mensen buitengewone dingen doen’, zei oud-president Barack Obama. Revalidatie Magazine brengt een ode aan ‘gewone’ revalidatieprofessionals die buitengewone dingen doen en zo een transformatie tot stand brengen. Van nieuwe therapieën, technologieën en onderkomens tot andere manieren van werken en organiseren. In deel 3 van de verhalenserie De Verandering: het ROeR, het toekomstige onderdak voor de samenwerking tussen Rijndam Revalidatie en Stichting BOOR.
Flashforward. Het is de zomer van 2024. De bewoners van Rotterdam-Schiebroek hebben er sinds kort een nieuwe buur bij. Een kolos van 13.000 vierkante meter, zowaar. Dat volume past bij de functie: dit is het Rotterdamse Onderwijs- en Revalidatiecentrum, kortweg het ROeR. Leerlingen van twee scholen – mytylschool de Brug en Tyltylschool Rotterdam – krijgen op deze frisse nieuwbouwlocatie onderwijs en therapie, waarbij nieuwe technologieën en faciliteiten in de vorm van gymzalen en een prachtig zwembad zorgen voor de nodige prikkels om persoonlijke doelen te halen. Honderden bevlogen artsen, therapeuten, leraren, ondersteuners en de ouders/verzorgers van de leerlingen werken hier samen aan kracht en veerkracht van kinderen en jongeren met een lichamelijke beperking dan wel een meervoudige beperking. Zodat zij met trots kunnen zeggen: ‘Ik doe gewoon mee!’
Samenwerken volgens het ‘één kind, één plan’-principe
Het ROeR wordt een nieuwe mijlpaal in de samenwerking van Rijndam Revalidatie met de professionals van stichting BOOR, de koepelorganisatie waaronder mytylschool de Brug en Tyltylschool Rotterdam vallen. ‘We werken al vele jaren samen’, vertelt Arjan van den Boom, divisiemanager kinderrevalidatie bij Rijndam Revalidatie. ‘Door onze krachtenbundeling kunnen we leerlingen – variërend van kinderdagcentrumniveau tot en met havoniveau – helpen optimaal mee te doen. Dit zijn kinderen en jongeren die een dusdanige lichamelijke dan wel meervoudige beperking hebben, dat zij ook onder schooltijd therapie nodig hebben. Dat vraagt om zeer nauwe afstemming. Dat gebeurt volgens het “één kind, één plan”-principe. Dat betekent dat onderwijs- en zorgprofessionals samen met het kind en diens ouders een maatwerkplan maken waarin onderwijsdoelen en revalidatiedoelen nauw op elkaar afgestemd worden. Dit plan wordt enkele keren per jaar tegen het licht gehouden en waar nodig bijgesteld. Werkt een leerling naar een eindexamen toe? Dan is onderwijs net even wat belangrijker dan therapie. Is het op een gegeven moment belangrijk dat de leerling leert om zelfstandig met het ov te gaan? Dan wordt vooral aan dat doel gewerkt en staat school op een lager pitje.’
Doordat we alles samenbrengen en optimaal afstemmen, krijgen de kinderen en hun ouders straks met minder partijen te maken
Rust en optimale afstemming
Bij de Brug verzorgden de zorgprofessionals van Rijndam al sinds het begin van de samenwerking het therapiegedeelte; Tyltylschool Rotterdam had tot eind vorig jaar eigen therapeuten. Die zijn sinds 1 januari bij Rijndam in loondienst. Dat was een volgende stap in een samenwerking die op zich niet uniek is: kinderrevalidatie vindt immers klinisch, poliklinisch, in peutergroepen en in het onderwijs plaats. De wijze waarop Rijndam en stichting BOOR straks in het ROeR gaan samenwerken – of beter nog: samensmelten – is wél bijzonder. ‘In het ROeR brengen we op het klinische gedeelte na alles samen’, legt Van den Boom uit. ‘Een deel van wat Rijndam in de nieuwbouw gaat doen, is volledig geïntegreerd met de scholen van stichting BOOR. Daarnaast krijgen ook onze peutergroepen, onze kinderverpleegkundige zorg en onze polikliniek een plek in het nieuwe pand. Doordat we alles samenbrengen en optimaal afstemmen, krijgen de kinderen en hun ouders straks met minder partijen te maken. Daarmee halen we veel onrust weg.
Technologiesprong
Ook wat betreft voorzieningen brengt de samensmelting in het ROeR veel voordelen. Doordat twee scholen en Rijndam onderdak krijgen in één en hetzelfde pand, kunnen zij dure (behandel-)voorzieningen en aanpassingen, zoals tilliften, rolstoelen en bredere gangen delen. Nieuwbouw was sowieso nodig – de schoolpanden zijn over hun houdbaarheidsdatum heen – maar zorgt ook voor nieuwe mogelijkheden: het pand leent zich perfect voor de implementatie van de nieuwste technologieën en de modernste medische apparatuur. ‘We maken echt een technologiesprong’, beaamt Van den Boom. ‘Allereerst wat betreft assistive technology, ofteweltechnologie die je in staat stelt mee te doen, ook als het om dagelijkse dingen gaat. Stel: je moet een wiskundesom maken en hebt daarvoor een geodriehoek nodig. Door je motorische beperking kun je die geodriehoek niet goed vasthouden. Of je wilt gitaarspelen en je hebt maar één hand. Dan kunnen we daar met technologie een oplossing voor bedenken, zodat je toch mee kunt doen. Verder gaan we technologie inzetten om de kloof tussen thuis en de therapieomgeving kleiner te maken. Met een cameraverbinding kunnen ouders vanuit thuis meekijken in de therapieomgeving; andersom krijgen we ook een inkijkje in de thuissituatie en kunnen gericht advies geven.’
Het ROeR wordt voor hen en hun ouders dé plek om positieve ervaringen op te doen
Funfactor
Uiteraard gaan de professionals in het ROeR de technologie ook inzetten om de therapie aantrekkelijker te maken. ‘Als een kind als doel heeft om zelfstandig van huis naar de supermarkt te lopen, kunnen we de loopband “personaliseren” door beelden te projecteren van de wandeling van huis naar winkel: het kind loopt dan voor zijn gevoel echt de route en kan zijn conditie – kan ik deze wandeling met mijn looprek volhouden? – koppelen aan een persoonlijk doel. Ook Virtual Reality biedt allerlei mogelijkheden om een oefening leuker en dus motiverender te maken. Therapie wordt dan een game. Die funfactor is zeker voor onze doelgroep erg belangrijk en maakt ook het werk van onze therapeuten nog leuker. Daarom stellen we ons gebouw ook open om buiten school hobby’s of sport te beoefenen. Dit gebouw biedt ook hiervoor ongekende mogelijkheden. We zoeken daarbij ook bewust contact met de buurt, bijvoorbeeld met de naburige voetbalclub, maar ook met bedrijven om daar stageplaatsen te creëren. Daarmee benadrukken we steeds weer het belang van het gewoon mee kunnen doen van onze leerlingen. Het ROeR wordt voor hen en hun ouders dé plek om positieve ervaringen op te doen.’