Na ontslag uit een revalidatiecentrum kunnen revalidanten in de loop der jaren opnieuw vastlopen met lichamelijke en psychische problemen en daardoor slechter functioneren. Om hen levensloopbestendige zorg te kunnen bieden, heeft Rijndam Revalidatie in Rotterdam een specifiek behandelaanbod ontwikkeld.
‘Ik zit nu een stuk lekkerder in mijn vel. Mijn conditie is beter, maar wat ik vooral heb geleerd, is dat ik mijn situatie moet accepteren. Het is zoals het is.’ Dat zegt Bart van der Dussen (48) over het effect van de twee nieuwe behandelmodules die hij bij Rijndam Revalidatie in Rotterdam heeft gevolgd. Door zijn cerebrale parese (cp), die gepaard gaat met spasmen, pijn en moeizaam lopen, heeft hij veel te maken gehad met revalidatie in diverse centra. Op een gegeven moment kon hij zelfstandig verder, maar tijdens zijn werkzame leven liep hij ineens vast. ‘Ik was werkcoach en deed een opleiding tot arbeidsdeskundige. Ik zette hoog in. Groot probleem was echter dat ik niet goed omging met mijn gebrekkige energie. Dat leidde tot een burn-out.’
Van der Dussen ontdekte dat Rijndam Revalidatie speciale behandelmodules aanbiedt voor revalidanten die na ontslag later opnieuw kampen met lichamelijke en/of psychische problemen. Het gaat om de modules Groepsbehandeling Omgaan met langetermijngevolgen van cp en Gezonde leefstijl. Wilma van der Slot, revalidatiearts van het Rotterdamse revalidatiecentrum, vertelt dat haar organisatie zich al vele jaren inzet om levensloopbestendige zorg te kunnen bieden. ‘Zo hebben we in 2006 de transitie van kinderen naar volwassenheid opgepakt en ontwikkelden we behandelmodules voor het verwerven van autonomie en participatie. Dat hebben we landelijk uitgezet, waarna er ook elders in Nederland poliklinieken voor jongvolwassenen zijn opgezet.’
Snellere veroudering
De volgende stap was uitbreiding van de levensloopbestendige zorg naar volwassenen van 25 jaar en ouder. Dat resulteerde onder meer in de twee genoemde behandelmodules, vertelt Van der Slot. ‘Klachten die later ontstaan, hangen samen met de diagnose. Maar er is ook veel overlap. De problemen variëren van pijn, vermoeidheid, moeite met lopen, tot depressieve en cognitieve klachten, met vaak achteruitgang in het functioneren en vragen op het gebied van werk, relaties en eenzaamheid. Veel van die klachten ontstaan ook bij het normaal ouder worden, maar bij mensen met een beperking treden die vaak eerder op.’
De module Groepsbehandeling Omgaan met langetermijngevolgen is gericht op volwassenen met cp. Van der Slot merkte in de praktijk dat revalidanten met deze aandoening haar vaak dezelfde vragen stellen en een negatieve spiraal ervaren tijdens het ouder worden. ‘In de groepssessies leren zes tot negen mensen gedurende tien bijeenkomsten van 2,5 uur gezamenlijk omgaan met problemen onder begeleiding van ons multidisciplinaire behandelteam. Daarnaast leren ze van elkaar en komen thema’s als energiemanagement, leefstijl, ontspanning, communicatie, zelfbeeld en toekomstperspectief aan de orde. Ook krijgen ze opdrachten en oefeningen en maken ze een individueel actieplan. Na drie maanden is er een terugkombijeenkomst om hier verder aan te werken.’
Meer energie door sport
Eén van de deelnemers van de groepsbehandeling was Van der Dussen. Hij kijkt met tevredenheid terug. ‘Samen met gelijkgestemden verloopt het acceptatieproces veel beter. Je hoort verhalen waar je een hoop van leert. Ik besef en aanvaard nu dat ik niet kan wat een normaal functionerend mens wel kan. Na die tien bijeenkomsten dacht ik: ik ga mijn leven anders leven. Ik ben minder gaan werken en heb nu thuis een eigen bedrijf in reading, healing en arbeidscoaching, genaamd Bart’s Praktijk.’ Hij tekende ook meteen in voor de individuele module Gezonde leefstijl die gericht is op mensen met aangeboren of niet-aangeboren hersenletsel. Er is overigens ook een versie beschikbaar voor dwarslaesiepatiënten en rolstoelgebruikers. ‘Ik wilde nog meer uit mezelf halen. Onder begeleiding van een coach ben ik gaan sporten en een diëtiste heeft me geleerd gezonder te eten. Ik handbike, fitness en zwem nu regelmatig en wissel dat af met rust. Daar krijg ik energie van. Hoewel ik meestal in een rolstoel zit, probeer ik steeds meer te lopen.’
Revalidatiearts Wilma van der Slot wil de modules graag aanpassen voor andere diagnosegroepen. ‘Probleem is wel dat deze chronische zorg gaat knellen met de gangbare subacute zorg. Wachtlijsten moeten we voorkomen. Overigens zou het beter zijn als we in een vroeger stadium bijspringen, voordat het uit de hand loopt en iemand al thuis zit met bijvoorbeeld pijn en problemen met lopen en niet meer kan werken. Je zou kunnen denken aan een screening door het revalidatieteam op indicatie van de ernst van de diagnose of klachten. Zo nodig wordt die screening gevolgd door een korte behandeling of één van de modules. Voorzorg is immers beter dan nazorg.