3 oktober 2024

Proefschrift-artikel

De gemiddelde zorgkosten van arm- en handprotheses zijn ongeveer 17% gestegen tussen 2016 en 2020. Een mogelijke verklaring is het vaker voorschrijven van de dure multi-articulaire handprotheses, die meerdere grepen kunnen maken. Deze extra grijpmogelijkheden worden echter niet altijd gebruikt. In deze gevallen zou een eenvoudiger prothese wellicht vaak ook volstaan. Het blijkt echter lastig om de gebruiker te overtuigen dat ‘duurder’ niet altijd ‘beter’ is.

Auteurs
DR. N. (NIENKE) KERVER

Arts in opleiding tot revalidatiearts, afdeling revalidatiegeneeskunde, UMC Groningen

PROF. DR. C.K. (CORRY) VAN DER SLUIS
Revalidatiearts, afdeling revalidatiegeneeskunde, UMC Groningen

Promovenda: N. (Nienke) Kerver
Datum promotie: 11 oktober 2023
Promotoren: prof. dr. C.K. (Corry) van der Sluis, dr. R.M. (Raoul) Bongers
Copromotor: dr. S. (Sacha) van Twillert

Een digitale versie van het proefschrift is te downloaden via doi (deze link).

Doelen

  1. In kaart brengen van factoren die de keuze en het gebruik van arm- en handprotheses beïnvloeden.
  2. Het uitvoeren van een economische analyse van arm- en handprotheses in Nederland.
  3. Het vergelijken van de effectiviteit van de multi-articulaire en standaard myoelektrische handprotheses.
  4. De ontwikkeling van een digitale keuzehulp voor prothesehanden, -haken en -hulpstukken.

Prothesekeuze en gebruik

Op basis van een kwalitatieve meta-synthese,1 een focusgroep met arm- en handprothesegebruikers (n=11)1 en een nationaal vragenlijstonderzoek onder mensen met een korte arm (n=358)2 is een digitale PROM (patient reported outcome measure) ontwikkeld. In deze PROM, de zogenoemde PUF-ULP (preferred usage features of upper limb prostheses), worden de belangrijkste gebruikskenmerken van arm- en handprotheses gescoord vanuit het gebruikersperspectief.2 In de PUF-ULP wordt respondenten eerst gevraagd de volgende negen items te scoren: draagcomfort, functioneel, zelfstandig, werk-hobby-huishouden, gebruiksvriendelijk, levensecht uiterlijk, fantoompijn, overbelasting en betrouwbaar.1 Elk item bevat vier responslevels (bijvoorbeeld: comfortabel, redelijk comfortabel, weinig comfortabel, niet comfortabel). Vervolgens worden zes iets veranderde hypothetische beschrijvingen van de aangegeven ervaringen van de respondent gepresenteerd, waarbij de respondent wordt gevraagd of zijn eigen ervaringen beter of slechter zijn dan de hypothetische beschrijving. De PUF-ULP resulteert in één eindscore die de match tussen de gebruiker en zijn huidige prothese representeert.2,3 Meer specifieke informatie over de PUF-ULP is te vinden in de gepubliceerde artikelen.2,3,4

Promovenda Nienke Kerver tijdens haar verdediging. (Foto: Jenne Hoekstra, Cum Laude Fotografie.)

Economische analyse

Middels een nationaal, cross-sectioneel vragenlijstonderzoek (n=242) werden deelnemers gevraagd drie vragenlijsten in te vullen: een kostenvragenlijst (maatschappelijk perspectief), een kwaliteit van leven vragenlijst (EQ-5D-5L) en de PUF-ULP.3 De resultaten toonden dat de gemiddelde jaarlijkse kosten het hoogst waren voor myoelektrische handprotheses, met name voor de multi-articulaire hand, terwijl er geen verschillen in kwaliteit van leven en gebruikerservaring waren tussen mensen die verschillende prothesetypes gebruiken.3

Een meer specifieke vergelijking van de multi-articulaire en standaard myoelektrische handprotheses toonde dat multi-articulaire handprotheses duurder zijn ten opzichte van standaard handprotheses, terwijl dit niet leidde tot een verbetering in kwaliteit van leven (gecorrigeerd voor levensjaren) of PUF-ULP scores in multi-articulaire handprothesegebruikers ten opzichte van standaard handprothesegebruikers.3 Dit suggereert dat multi-articulaire handprotheses duurder maar niet effectiever zijn ten opzichte van standaard handprotheses.

Effectiviteit

De effectiviteit van de multi-articulaire en standaard myoelektrische handprotheses zijn op de verschillende categorieën (functies/anatomische eigenschappen, activiteiten, participatie, externe factoren) van het International Classification of Functioning, Disability, and Health-model (ICF-model) vergeleken.4 Gebruikers van een multi-articulaire handprothese (n=14) hebben verschillende fysieke tests uitgevoerd met zowel een standaard handprothese als hun eigen multi-articulaire handprothese (within subject comparison). Deze tests waren gericht op grove motoriek, activiteiten in het dagelijks leven en compensatiebewegingen. Bij één test werd een significant verschil ten nadele van de multi-articulaire handprothese gevonden.4

Daarnaast zijn de gebruikerservaringen gerelateerd aan de multi-articulaire handprothese vergeleken met de ervaringen bij een vergelijkbare groep gebruikers met een standaard handprothese (n=19; between subject comparison).4 Multi-articulaire handprothesegebruikers hadden een significant lagere kwaliteit van leven (gemeten met de EQ-5D-5L) en meer pijn/beperkingen door pijn (gemeten met de RAND-36) ten opzichte van standaard handprothesegebruikers.4 De overige resultaten, zowel van het within subjects-deel als het between subjects-deel, toonden geen relevante verschillen.

Keuzehulp

Middels een systematisch co-creatieproces is een digitale keuzehulp over prothesehanden, -haken, en -hulpstukken voor volwassenen met een korte arm ontwikkeld.5 De ontwikkelde digitale keuzehulp is geïntegreerd in het landelijk gebruikte voorschrijfprotocol voor armprothesen (het PPP-Arm protocol). De zorgverlener kan vanuit het digitale PPP-Arm protocol een uitnodiging voor de keuzehulp per e-mail naar de gebruiker versturen dan wel ervoor kiezen de keuzehulp gezamenlijk met de gebruiker in de spreekkamer te doorlopen. De keuzehulp bestaat uit drie componenten:

  1. Informatie. Er wordt informatie gegeven over de verschillende typen prothesehanden, -haken en -hulpstukken.
  2. Voorkeuren. De gebruiker wordt aan het denken gezet over een aantal afwegingen met daarbij achtergrondinformatie. Vervolgens wordt naar zijn eigen voorkeuren gevraagd.
  3. Vergelijken. Met de ingevulde voorkeuren wordt een persoonlijk voorkeursprofiel gemaakt, die de gebruiker kan vergelijken met de profielen van de verschillende prothesehanden, -haken en -hulpstukken.

Als de keuzehulp doorlopen is, wordt alles wat ingevuld is, samengevat. Deze samenvatting is zichtbaar voor zowel de gebruiker als het revalidatieteam en kan doorgenomen worden in het vervolgconsult.5

Conclusie

In deze thesis zijn de factoren in kaart gebracht die van invloed kunnen zijn op arm- en handprothesegebruik. Op basis hiervan is een digitale PROM ontwikkeld waarin de match tussen de gebruiker en zijn eigen prothese wordt gerepresenteerd. In de vervolgdelen van deze thesis is deze PROM gebruikt, naast andere meetinstrumenten. Op de verschillende categorieën van het ICF-model werden geen relevante voordelen van de multi-articulaire handprothese ten opzichte van de standaard handprothese gevonden. De resultaten van de economische analyse ondersteunen deze bevinding, waarbij de multi-articulaire handprothese duurder was, maar niet resulteerde in een betere kwaliteit van leven of gebruikerswaarde ten opzichte van andere prothesetypes. Daarom is het belangrijk, vooral als een multi-articulaire handprothese overwogen wordt, om zorgvuldig de voor- en nadelen van de verschillende arm- en handprotheses af te wegen. De ontwikkelde keuzehulp kan helpen om patiënten te informeren, de persoonlijke voorkeuren van de patiënten met betrekking tot de verschillende prothesehanden, -haken en -hulpstukken vast te stellen en om het gezamenlijke besluitvormingsproces tussen de patiënt en de zorgverlener te ondersteunen. Op deze manier hopen we dat de kennis en ontwikkelde keuzehulp voortgekomen uit deze thesis bijdragen aan het verbeteren van het keuzeproces voor arm- en handprotheses en een betere match tussen gebruiker en prothese faciliteert.

Referenties

  1. Kerver N, van Twillert S, Maas B, & van der Sluis CK. User-relevant factors determining prosthesis choice in persons with major unilateral upper limb defects: A meta-synthesis of qualitative literature and focus group results. PLoS One 2020;15(6):e0234342.
  2. Kerver N, van der Sluis CK, van Twillert S, & Krabbe PF. Towards assessing the preferred usage features of upper limb prostheses: most important items regarding prosthesis use in people with major unilateral upper limb absence—a Dutch national survey. Disability and Rehabilitation 2022; 44(24):7554-7565.
  3. Kerver N, Karssies E, Krabbe PF, van der Sluis CK, & Groen H. Economic evaluation of upper limb prostheses in the Netherlands including the cost-effectiveness of multi-grip versus standard myoelectric hand prostheses. Disability and Rehabilitation 2023;45(25):4311-4321.
  4. Kerver N, Schuurmans V, van der Sluis CK, & Bongers RM. The multi-grip and standard myoelectric hand prosthesis compared: does the multi-grip hand live up to its promise?. Journal of NeuroEngineering and Rehabilitation 2023;20(1):1-18.
  5. Kerver N, Boerema L, Brouwers MA, van der Sluis CK & van Twillert S. The systematic and participatory development of a patient decision aid about terminal devices for people with upper limb absence: The PDA-TULA. Prosthetics and Orthotics International 2023;47(3):281-287.

Trefwoorden: handprothese, economische analyse, kosteneffectiviteit, prothesekeuze, keuzehulp.

Gerelateerde artikelen NTR

De effectiviteit en kosteneffectiviteit van arm- en handprotheses

Proefschrift-artikel De gemiddelde zorgkosten van arm- en handprotheses zijn ongeveer 17% gestegen tussen 2016 en 2020. Een mogelijke verklaring is…

Krachttraining en beweging tijdens prostaatkanker

Proefschrift-artikel Binnen de gezondheidszorg is er toenemende aandacht voor beweging en worden de positieve effecten van bewegen op onder meer…

Duchenne spierdystrofie: toekomstperspectieven

Proefschrift-artikel Dit proefschrift onderzoekt de uitdagingen voor mensen met Duchenne spierdystrofie tijdens hun levensloop. Het beschrijft aangrijpingspunten voor verbetering van…

Cognitieve revalidatie en promoties

Proefschriften In dit artikel wordt aandacht gevraagd voor recente proefschriften op het gebied van cognitieve revalidatie: van determinanten van herstel,…

Gerelateerde artikelen Revalidatie Magazine

Hierom verruilden Nico de Hoogh en Mark Hendriks het hotelwezen voor de zorg

Zo op het eerste oog lijken de bedrijfstakken hospitality en de zorg niet in elkaars verlengde te liggen. Toch is…

‘Laten we minder bescheiden zijn’

Martijn Klem, sinds 15 augustus de nieuwe directeur van Revalidatie Nederland, wil de revalidatiesector meer voor het voetlicht brengen. ‘De…

Intensieve behandeling na coma nu ook voor volwassen

Iedereen die in coma heeft gelegen, kan per 1 januari 2019 een intensief revalidatieprogramma volgen. Tot nu toe was die…

Miljoenensubsidie voor Virtual Reality in revalidatie

Een Europees consortium onder leiding van de Sint Maartenskliniek heeft 2,4 miljoen euro gekregen voor de ontwikkeling van Virtual Reality-toepassingen…