10 december 2024

Het verkrijgen van een mooie grant mag gevierd en dus ook gedeeld worden. Het NTR biedt op deze pagina’s een podium waar multicenter studies in de medisch specialistische revalidatie gedeeld kunnen worden. Je vindt hier de reacties die afgelopen periode door de NTR-redactie zijn ontvangen.

Pronkhoekers

Richtlijnen voor aanleveren Pronkhoek-artikel

De grant is bij voorkeur een nationale toekenning en voor een multicenter onderzoek.

INHOUD ARTIKEL:
Wat is de aanleiding tot het indienen van het onderzoek en wat is de onderzoeksvraag? Hoe ga je het onderzoeken en wie werken er mee? Hoe groot is de grant en wat is de looptijd van het onderzoek? Wat hoop je te ontdekken en hoe ga je de resultaten verspreiden en implementeren?
Maximaal 450 woorden, inclusief titel en eventuele referenties. Mooi als je er ook een foto bij kan van de aanvrager (c.q. de betrokken revalidatiearts). Aanleveren bij NTR@revalidatiegeneeskunde.nl.

Modulatie van arousal om loopproblemen bij mensen met Parkinson te verminderen

NTR 2024, 10 december

Dr. Jorik Nonnekes, revalidatiearts Radboudumc

Subsidie

ZonMw-VIDI (persoonsgebonden subsidie van 850.000 euro).

De ziekte van Parkinson is de op één na meest voorkomende neurodegeneratieve aandoening, en de prevalentie zal de komende decennia snel toenemen. Loopstoornissen zijn een veelvoorkomend symptoom bij Parkinson. Aanvankelijk zijn deze loopstoornissen constant aanwezig: mensen lopen met kleinere en soms schuifelende pasjes. Met de progressie van de ziekte ontstaat er een extra loopprobleem, namelijk bevriezen van lopen: episodes waarin een patiënt niet in staat is om de volgende stap te zetten en het gevoel heeft dat de voeten aan de grond staan vastgeplakt. Hoewel dopaminerge medicatie (de belangrijkste behandeling bij Parkinson) het lopen enigszins verbetert, verhelpt het de loopstoornissen niet volledig. Er is daarom grote behoefte aan nieuwe behandelopties. De mechanismen die ten grondslag liggen aan loopstoornissen bij Parkinson begrijpen echter we nog onvoldoende, wat de ontwikkeling van nieuwe behandelingen belemmert.

Op basis van klinische observaties zie ik arousal als het belangrijkste ontbrekende puzzelstuk om loopstoornissen bij Parkinson te behandelen. Arousal is de mate waarin een persoon opgewonden of alert is, bijvoorbeeld als gevolg van angst, stress of cognitieve belasting. Loopstoornissen bij Parkinson verergeren doorgaans door verhoogde niveaus van arousal. In het gehonoreerde VIDI-project onderzoek ik hoe dit komt, en hoe mogelijke behandeling werkt.

Hypothese

Arousal beïnvloedt de sterkte van communicatie tussen verschillende onderdelen in het brein, vergelijkbaar met de volumeknop van een radio. Bij Parkinson is er echter een progressieve degeneratie van het arousal-systeem (locus coeruleus), wat het finetunen van arousal steeds moeilijker maakt. Ik verwacht dat als arousal te veel toeneemt, communicatie tussen hersengebieden niet meer effectief is, en dat hierdoor loopstoornissen erger worden; soms zelfs leidend tot bevriezen van lopen.

Methode

Ik gebruik innovatieve methoden om deze hypothese te onderzoeken: ik gebruik onder andere augmented reality (zie figuur 1) om arousal te moduleren. Tijdens het lopen meet ik hersenactiviteit met ambulante EEG. Ten slotte evalueer ik met ambulante EEG het werkingsmechanisme van een reeds door mijn team ontwikkelde gedragsmatige behandelinterventie voor angst-gerelateerd bevriezen van lopen.

Figuur 1. Augmented reality bril (A), en beelden van normale (B) en verhoogde (C) arousal condities.

Impact

Aangezien de meeste symptomen bij Parkinson verergeren in de context van verhoogde arousal, zullen mijn bevindingen ook ons begrip van deze andere symptomen vergroten. Bovendien kunnen de resultaten van mijn VIDI-project zeer waarschijnlijk vertaald worden naar andere neurologische aandoeningen (bijvoorbeeld beroerte, cerebellaire ataxie), waarin verhoogde arousal ook het functioneren negatief beïnvloedt. De bevindingen openen de weg naar zowel farmacologische als non-farmacologische behandeling van suboptimale arousal bij patiënten met cerebrale aandoeningen. Non-farmacologische behandeling wordt in de revalidatie reeds toegepast, denk hierbij aan ontspanningsgroepen. Hiervoor ontbreekt echter een neurowetenschappelijke basis – wat waarschijnlijk nodig is voor toekomstige vergoeding door verzekeraars -, mijn VIDI-project is een eerste stap hiertoe.

Exposure.nl: Implementatie van passende revalidatiezorg voor chronische pijn in Nederland

NTR 2024, 10 december

Prof. dr. Jeanine Verbunt, hoogleraar aan de Universiteit Maastricht en revalidatiearts Adelante Zorggroep

Een op de vijf Nederlanders leeft met chronische pijn en de impact voor zowel de persoon als de maatschappij is groot. Pijnklachten aan het houdings- en bewegingsapparaat kunnen leiden tot verminderd functioneren en tot school- of ziekteverzuim. De revalidatie-aanpak Exposure in vivo (EIV) bleek uit eerder onderzoek kosteneffectief in het verbeteren van dagelijks functioneren, participatie en kwaliteit van leven bij chronische pijn. De aanpak is echter niet overal in Nederland beschikbaar.

Project en subsidie

Dit project, gehonoreerd in de ZonMw subsidieronde  ‘Nog meer implementatie van kennis en innovaties in de praktijk (ronde 2)’ heeft als doel Exposure in vivo versneld te verspreiden als passende revalidatiezorg in de eerste en tweede lijn. In dit project combineren we overdracht van kennis met stapsgewijze implementatie in de zorgpraktijk. Het project werd aangevraagd door de Universiteit Maastricht, de patiëntenvereniging Pijnpatiënten naar één stem en de acht revalidatiecentra betrokken bij het Netwerk Pijnrevalidatie Nederland (NPN): UMCG, Revant, Revalidatie Friesland, Heliomare, Roessingh, Rijndam, Reade en Adelante. NPN biedt een uitstekende structuur om de interventie als passende revalidatiezorg systematisch op te schalen. De inrichting van een lijnoverstijgende scholings- en intervisie-structuur zorgt voor kwaliteitsborging. Een totaalbedrag van 250.000 euro werd toegekend. Het project is 1 oktober 2024 gestart en heeft een duur van 2 jaar.

De behandeling

Exposure in vivo (EIV) is een revalidatie-aanpak met een biopsychosociale insteek, gericht op patiënten met pijngerelateerde vrees, die daardoor activiteiten vermijden en vervolgens minder functioneren en participeren. Door EIV leren patiënten dat ze, ondanks pijn, fysiek actief kunnen zijn en waardevolle activiteiten in het dagelijks leven (in werk en vrije tijd) weer kunnen oppakken, leidend tot een betere kwaliteit van leven.

Hoe ga je het onderzoeken?

Het onderzoek heeft het design van een implementatieonderzoek. In een stapsgewijze aanpak (volgens Grol en Wensink) gaan we EIV introduceren in de acht revalidatiecentra en hun eerstelijns regio. Vervolgens toetsen we behandeluitkomsten bij mensen die de behandeling volgden, en kijken we naar tevredenheid bij patiënten en zorgverleners.

Wie werken er mee?

Thijs van Meulenbroek, Marlies den Hollander en Marissa Gerards van Adelantegroep gaan de landelijke coördinatie van het project en de scholing in de behandeltechniek EIV op zich nemen. Ieder deelnemend NPN-revalidatiecentrum krijgt financiering voor een lokale coördinator.

Literatuur

QuiiCCeR: welk effect had revalideren op de IC voor COVID-19 patiënten?

NTR 2024, 30 januari

Dr. Chantal Bakker, revalidatiearts, Máxima MC

Het onderzoeksconsortium: dr. Chantal Bakker (revalidatiearts, Máxima MC), drs. Toine Klarenbeek (IC-verpleegkundige en klinisch epidemioloog, Máxima MC), dr. Thamar Bovend’Eerdt (gezondheidswetenschapper, Máxima MC), dr. Marike van der Schaaf (associate professor, Amsterdam UMC), dr. Erik Slim (revalidatiearts, Ziekenhuis Rivierenland), drs. Bart de Brouwer (longarts, Elisabeth-Tweesteden Ziekenhuis), dr. Kamiel Kuijpers (revalidatiearts, Medisch Spectrum Twente), prof. Edwin van den Heuvel (statistics professor, Technische Universiteit Eindhoven), dr. Margo van Mol (patiëntvertegenwoordiger, FCIC/IC Connect en assistant professor, Erasmus MC), dr. Esther Hosli (onderzoekscoördinator Nederlandse Vereniging van Revalidatieartsen)

Per november 2023 is het QuiiCCeR onderzoek gestart (Quality of Life after Interdisciplinary ICU-started Covid-19 Rehabilitation), met een ZonMw-subsidie van ruim 250.000 euro.

De ziekenhuizen van Nederland reageerden op verschillende manieren op de COVID-19 pandemie. In het Máxima MC ontwierpen we een interdisciplinair revalidatie-zorgpad voor de mensen die met COVID-19 op de IC belandden. Hoofddoel was natuurlijk verhogen van het uiteindelijke niveau van functioneren en participatie. Daarnaast wilden we op verantwoorde wijze bijdragen aan verkorting van de opnameduur op de IC en in het ziekenhuis, om zoveel mogelijk mensen in ons ziekenhuis te helpen. Het zorgpad betekende dagelijkse behandeling door het revalidatieteam, individuele revalidatie-dagschema’s, gestructureerde MDO’s en vroege betrokkenheid van naasten. Tot een jaar na ontslag uit het ziekenhuis volgden wij onze patiënten op de multidisciplinaire nazorg-carrousel. Zo nodig startten we extra begeleiding en we verzamelden kennis over hun ziektebeloop. De belangrijke vraag was of wij dit beloop hadden beïnvloed, en daarom namen we het initiatief tot een multicenter studie naar interdisciplinaire revalidatiebehandeling op de IC bij COVID-19.

Ook in andere Nederlandse ziekenhuizen revalideerden patiënten al vanaf de IC onder medebehandeling of supervisie van de revalidatiearts. Toch was er tijdens de pandemie een grote diversiteit aan organisatie en inhoud van de revalidatiebehandeling. Daarentegen gebeurde het verzamelen van langetermijngegevens wel relatief uniform, mede dankzij de richtlijn ‘Nazorg en revalidatie van intensive care patiënten’ die versneld uitkwam en de coreset van uitkomstmaten voor post-IC-screening die de VRA verspreidde.

Om erachter te komen welk effect vroege revalidatie op de IC heeft gehad voor COVID-19 patiënten, analyseren we de behandelresultaten van een landelijk cohort. Het consortium dat de subsidie-aanvraag heeft ingediend (zie kader) bestaat uit diverse ziekenhuizen en centra. Aangevuld met gegevens van verschillende instellingen buiten het consortium kunnen we zo een grote onderzoekspopulatie vormen. We zijn trots op de brede samenwerkingsverbanden van dit onderzoek, die mooi de reikwijdte van optimale revalidatie weerspiegelen. Begin 2025 zullen we onze resultaten publiceren.

Hersenstimulatie moet zorgen voor beter herstel na beroerte

NTR 2023, 3 oktober

Prof. dr. Anne Visser-Meily, revalidatiearts

Onderzoeksteam B-STARS2: prof. dr. Rick Dijkhuizen (aanvrager-penvoerder), Jord Vink (post-doc B-STARS2), prof. dr. Bart van de Worp (mede aanvrager), prof. dr. Anne Visser-Meily (mede-aanvrager).

In de afgelopen zes jaar hebben we in de B-STARS-studie (Brain STimulation for Arm Recovery after Stroke) onderzocht of hersenstimulatie gebruikt kan worden om herstel van hand- en armfunctie te bevorderen na een beroerte. De hersenstimulatiebehandeling was specifiek gericht op het remmen van de activiteit in de primaire motorische cortex van de gezonde hersenhelft. De gedachtegang hierbij is dat activiteit in de gezonde hersenhelft mogelijk het herstel van de aangedane hersenhelft in de weg staat, doordat deze activiteit compenseert voor verminderde activiteit in de aangedane motorische hersengebieden. We includeerden 60 patiënten in De Hoogstraat Revalidatie. De helft van de patiënten werd behandeld met rTMS, een veilige en niet-invasieve vorm van hersenstimulatie, binnen drie weken na de beroerte, in combinatie met reguliere fysiotherapie/ergotherapie. Deze patiënten lieten een beter herstel van hand-/armfunctie zien en verbetering van de fijne motoriek, handvaardigheid, kwaliteit van leven en versneld ontslag uit het revalidatiecentrum. Deze veelbelovende resultaten zijn in Stroke gepubliceerd.

Onderzoek en grant

Op basis van de veelbelovende resultaten uit deze fase-2 studie gaan we het onderzoek nu op grote schaal herhalen in de vorm van een fase-3 studie; de B-STARS2.

We hebben hiervoor 4 miljoen ontvangen uit het programma Veelbelovende Zorg van het Zorginstituut, een subsidieregeling voor onderzoek in de laatste fase voor implementatie in de reguliere zorg. Aan dit onderzoek zullen 450 patiënten meedoen in 15 revalidatiecentra in Nederland. Daarmee wordt het bewijsniveau hoger en kan het Zorginstituut in 2030 (na zes jaar onderzoek) het besluit nemen of de rTMS-behandeling in het basispakket van de zorgverzekering opgenomen kan worden.

Het kernteam bestaat uit onderzoekers van vier verschillende disciplines in het UMC Utrecht: beeldvorming, technische geneeskunde, neurologie en revalidatiegeneeskunde. Het team wordt gesteund door collega’s binnen het UMC Utrecht (statistici, kosteneffectiviteitspecialisten, etc.) en door onze collega’s in de 15 deelnemende revalidatiecentra en ondersteund door de WHR. Ook de patiëntenvereniging Hersenletsel.nl en ervaringsdeskundige Maaike Pelsma zijn actief betrokken bij deze studie.

B-STARS2 laat de kracht zien van multi-disciplinair translationeel onderzoek (van preklinisch onderzoek tot implementatie in de revalidatiezorg). Elke discipline biedt een uniek perspectief, wat nieuwe energie en gedrevenheid stimuleert en kennis binnen de disciplines verbreedt. Het vergt alleen wel wat geduld voordat je elkaars taal spreekt. Het is voor de revalidatiegeneeskunde van groot belang om goed te begrijpen hoe het brein werkt en hoe behandeling, zoals rTMS, gebruikt kan worden om op brein-niveau herstel te bevorderen; van functieniveau tot participatie. Deze samenwerking geeft ook kansen om te zijner tijd de revalidatiezorg beter op maat te kunnen aanbieden. Indien we beter begrijpen wat het herstelvermogen is van het brein kunnen we veel gerichter behandelen én op maat uitleg geven over herstelverwachtingen op functieniveau aan patiënt en naasten.

Welke ALS patiënt heeft baat bij non-invasieve beademing?

NTR 2023, 11 april

Rineke Jaspers Focks, revalidatiearts Roessingh, Centrum voor Revalidatie. Promovendus UMCG

Op 1 juli 2022 is het onderzoek ‘INITIALS’ (optimizing INITIation of non invasive ventilation in ALS patients) van start gegaan.

Momenteel wordt non-invasieve beademing (NIV) bij patiënten met ALS beschouwd als een standaardbehandeling, terwijl er nog veel onduidelijkheden over bestaan. De basis voor deze behandeling is één kleine RCT1 waarin wordt geconcludeerd dat NIV leidt tot betere survival en behoud van kwaliteit van leven bij patiënten met ALS zonder bulbaire klachten. Daarentegen liet een Nederlandse studie zien dat het effect van NIV bij mensen met ALS mogelijk minder positief was.2

De huidige (inter-)nationale richtlijnen3,4,5 geven verschillende adviezen ten aanzien van het starten van beademing bij patiënten met ALS. Deze adviezen zijn expert-based waarbij geen duidelijk onderscheid wordt gemaakt tussen ALS patiënten met verschillende fenotypes (bijvoorbeeld wel of geen bulbaire klachten).

‘INITIALS’ is een multicenter, prospectief cohort onderzoek waarin 250 patiënten met ALS geïncludeerd zullen worden gedurende 2,5 jaar. Na inclusie worden de patiënten 9-15 maanden gevolgd. Het onderzoek is opgezet vanuit het Centrum voor Thuisbeademing (CTB) Groningen, in samenwerking met de andere CTB’s (Utrecht, Maastricht en Rotterdam).
Alle patiënten met ALS worden gevolgd gedurende hun reguliere behandeltraject bij het CTB, dus zowel patiënten die starten met NIV, als ook de patiënten die (nog) niet gestart zijn met NIV. De volgende parameters worden vastgelegd: spirometrie, bloedgas en nachtelijke transcutane metingen. Tevens wordt aan de hand van specifieke vragenlijsten de mate van progressie van ALS, de mate van bulbaire klachten, de mate van kortademigheid en het verloop in kwaliteit van leven van de patiënten vastgelegd .

Het doel van dit onderzoek is om een voorspellend model te ontwikkelen waarin we kunnen identificeren welk (feno)type ALS patiënt behoud of verbetering van kwaliteit van leven ervaart na de start met NIV. Dit sluit aan bij de kennislacune die op dit moment beschreven staat in de richtlijn Chronische beademing voor volwassenen.6 We hopen middels dit onderzoek dat wij patiënten met ALS, voorafgaand aan het starten met NIV, op basis van hun persoonlijke kenmerken beter kunnen informeren over het te verwachten effect van NIV op hun kwaliteit van leven. Dit zal het proces van shared decision making tussen patiënt en revalidatiearts/CTB-arts verbeteren.

De onderzoeksgroep bestaat uit Rineke Jaspers Focks (promovendus, revalidatiearts Roessingh, Enschede), Peter Wijkstra (promotor, hoogleraar RuG, hoofdonderzoeker, longarts CTB Groningen), Hans Rietman (promotor, hoogleraar UTwente, revalidatiearts Roessingh), Michael Gaytant (copromotor, lokale hoofdonderzoeker, internist CTB Utrecht) en Bettine Vosse (lokale hoofdonderzoeker, longarts CTB Maastricht).

De subsidie (245.535 euro) voor dit onderzoek is verleend door Stichting ALS Nederland.

Referenties

  1. Bourke et al, Lancet Neurol 2006;5:140-7
  2. Hazenberg et al. J Neurology, 2016;263:2456-61.
  3. Miller et al, Neurology 2009;73:15.
  4. Andersen et al, Eur Jour Neur 2012;19:360-75.
  5. Nice.org.uk/guidance/ng42, 2016.
  6. Richtlijnendatabase.nl/richtlijn/chronische_beademing, 2022.

Spiervermoeidheid bij FSHD

NTR 2023, 14 februari

Dr. N.B.M. (Nicole) Voet, revalidatiearts en onderzoeker Klimmendaal en Radboudumc

Revalidatiearts dr. Nicole Voet heeft een Medical Research Grant ontvangen van 200.000 euro, uitgereikt door de Franse Vereniging voor Myopathie (AFM-Telethon). In dit tweejarige project genaamd de GRIP on FSHD study wordt een multicenter trainingsstudie uitgevoerd in Nederland (Radboudumc Nijmegen), Italië (Universiteit van Pavia/Modena) en Frankrijk (Universiteit van St Etienne) bij patiënten met FSHD (facioscapulohumerale spierdystrofie). Patiënten trainen met behulp van een trainingsapp. Het programma, gericht op spierkracht en functionele training wordt gepersonaliseerd door metingen van de mate van spiervermoeibaarheid. Mensen met een spierziekte voelen spiervermoeibaarheid niet altijd goed. Hierdoor gaan zij vaak over de grenzen van hun (spier)belastbaarheid heen, wat leidt tot pijnklachten en beperkingen in hun dagelijkse functioneren. Trainingsprogramma’s gericht op spierkracht voor mensen met FSHD waren tot op heden niet effectief, zeer mogelijk omdat zij gebaseerd waren op de richtlijnen voor gezonde personen. In dit onderzoek wordt de training daarom volledig op maat voorge­schreven en waar nodig bijgesteld, met behulp van de app. Bij slagen van het project zal het onderzoeksconsortium, met unieke kennis vanuit de spierfysiologie, inspanningsfysiologie, bewegings­wetenschappen, sportgeneeskunde, neurologie en revalidatie­geneeskunde, vervolgonderzoek uitvoeren bij andere spierziekten. Het uiteindelijk doel van de onderzoekslijn is het ontwikkelen van een meetinstrument dat in het dagelijks leven en tijdens training direct inzicht geeft in spiervermoeibaarheid. Zo kan zowel over- als onderbelasting van spieren in dagelijks leven en training van mensen met een spierziekte worden voorkomen.

Prothesezorg na een beenamputatie: stepped care en samen beslissen

NTR 2023, 14 februari

Charlotte van Vliet, promovenda Radboudumc

Mensen met een beenamputatie krijgen niet altijd de prothesezorg die ze nodig hebben en er bestaat onhelderheid over het proces. De landelijke Module Prothesezorg is ontwikkeld om dit te veranderen. De module helpt zorg-professionals om de cliënt te voorzien van cliëntgerichte, doeltreffende, doelmatige en transparante prothesezorg. Kernelementen in deze module zijn een stapsgewijze aanpak en samen beslissen. Hierbij geldt: simpel waar mogelijk, complex waar nodig.
De module beschrijft niet de feitelijke uitwerking van de stepped care aanpak en inzicht in (kosten)effectiviteit ontbreekt. In dit door ZonMw gefinancierde project worden aanbevelingen van de module prothesezorg vertaald naar de praktijk én wetenschappelijk onderbouwd.
In het eerste jaar ontwerpen we, met input van prothese-gebruikers en revalidatieteams, de stepped care interventie op basis van samen beslissen. In de drie opvolgende jaren volgen we vier centra die de interventie toepassen en vier centra die standaard prothesezorg geven.
We ontwikkelen daarnaast producten om de landelijke implementatie van de stepped care aanpak te vergemakkelijken. Bijvoorbeeld een oriëntatiehulp voor de selectie van een beenprothese, een digitaal PPP-protocol Beenprothesen en een scholingsmodule.
In de aanvraag van dit multicenter project participeerden het UMCG, De Hoogstraat Revalidatie en het Radboudumc. Voor de uitvoer van het onderzoek willen we graag in contact komen met meer revalidatiecentra of verpleeghuizen die ook willen participeren. Deelnemende centra hebben voor­rang bij de landelijke implementatie van de stepped care interventie.

Chronische pijn bij mensen met een dwarslaesie

NTR 2023, 14 februari

Dr. C.C.M. (Charlotte) van Laake-Geelen, revalidatiearts Adelante Zorggroep, loc. MUMC+ en onderzoeker aan de Universiteit Maastricht

Ruim driekwart van de mensen met een dwarslaesie ervaart een vorm van chronische pijn, die negatieve gevolgen kan hebben voor het dagelijks functioneren en de kwaliteit van leven (QoL). De huidige gedrags-matige revalidatiebehandelingen, gericht op het beter functioneren ondanks de pijn, zijn niet altijd geschikt voor mensen met een dwarslaesie. Daarnaast zijn de interacties tussen pijn, dwarslaesie-gerelateerde secundaire complicaties en de effecten hiervan op gedachten, gedrag en daarmee functioneren, nog beperkt onderzocht.

Onderzoeksvragen

  1. Hoe varieert en interacteert chronische pijn met secundaire complicaties van dwarslaesie en psychologische factoren, en welke impact heeft dit op QoL en beperkingen? (observationele cross-sectionele studie).
  2. Wat is de effectiviteit van een gepersonaliseerde biopsycho-sociale revalidatiebehandeling gericht op het verbeteren van zelfmanagement, afname van beperkingen en verbeteren van QoL? (single-case studie).

Beoogd resultaat

  1. Meer kennis over de interactie tussen biomedische (pijn en dwarslaesie-gerelateerde secundaire complicaties) en psychosociale aspecten (angst, depressie, acceptatie, psychologische flexibiliteit en zelfeffectiviteit), en de impact hiervan op beperkingen en QoL.
  2. Een protocol voor een bewezen effectieve gepersonaliseerde biopsychosociale revalidatiebehandeling voor mensen met een dwarslaesie die chronische pijn ervaren.

Het project wordt uitgevoerd bij Adelante Zorggroep, in samen­werking met de Universiteit Maastricht. Het onderzoek is opgezet in samenwerking met een patiëntenpanel van Adelante en de patiëntenvereniging Dwarslaesie Organisatie Nederland. Voor de inclusie zullen de revalidatiecentra worden benaderd die aange­sloten zijn bij het Nederlands Vlaams Dwarslaesiegenootschap.

Kennisdeling: Naast publicatie in wetenschappelijke tijdschriften, zal de revalidatiebehandeling – indien effectief – op verschillende manieren nationaal en internationaal beschikbaar worden gesteld.

Subsidie: Klinisch Fellowship van ZonMw van 200.000 euro. Looptijd 4 jaar

Oprichten ProtheseAcademie

NTR 2023, 14 februari 2023

Dr. A.H. (Aline) Vrieling,
prof. dr. C.K. (Corry) van der Sluis,
prof. dr. J.H.P. (Han) Houdijk, projectleiders ProtheseAcademie en V. (Verena) Schuurmans, projectcoördinator ProtheseAcademie,

Ondanks alle ontwikkelingen op het gebied van arm- en beenprothesen, lijkt de tevreden heid van de gebruikers over hun hulpmiddel laag. Dit is niet alleen zonde omdat de kosten van prothesezorg hoog zijn, maar ook omdat een prothese de kwaliteit van leven sterk zou kunnen verbeteren. Dit was de aanleiding voor verschillende partijen om de handen ineen te slaan en de academische werkplaats, de ‘ProtheseAcademie’ op te richten. ZonMw heeft voor deze oprichting 600.000 euro subsidie toegekend. De ProtheseAcademie heeft als doel: het verbeteren van (thuis)gebruik van arm- en beenprothesen. Om dit doel te bereiken, werken kennisinstellingen, onderwijs instellingen, zorg-verleners, protheseverstrekkers, fabrikanten en zorgverzekeraars uit heel Nederland samen met de gebruiker aan (wetenschappelijk) onderzoek. Gebruikers helpen hier vanaf de start aan mee, wat ervoor zorgt dat de uitkomsten relevant en toepasbaar zijn in de thuissituatie. De bekostiging van deze academische werkplaats (projectbasis is het UMCG) loopt van augustus 2022 tot augustus 2028. In deze periode zal de academische werkplaats verschillende projecten uitvoeren. Eén van deze projecten is bijvoorbeeld het oprichten van een vraag- en antwoordbank die de gebruikers de gelegenheid geeft zelf onderzoeksonderwerpen aan te dragen. Daarnaast zal de ProtheseAcademie ook subsidieaanvragen schrijven om zo meer financiering te krijgen voor wetenschappelijk onderzoek op het gebied van prothesegebruik in de thuissituatie. De resultaten van alle projecten zullen worden verspreid via de website, social media en symposia/congressen. Door de directe betrokkenheid van alle stakeholders is het mogelijk om de nieuw opgedane kennis direct vast te leggen in richtlijnen, protocollen, behandelkaders en/of onderwijs.

Uitgelichte NTR artikelen

Evaluatie van medisch specialistische revalidatie bij oncologie

Retrospectieve analyse van bestaande zorgdata Wetenschappelijke publicatie Medisch specialistische revalidatie bij oncologie (MSRO) wordt volgens de FMS-richtlijn MSRO aangeboden bij…

Mindfulness: waardevol onderdeel van de poliklinische revalidatie?

Opinie-artikel Mindfulness in de revalidatie heeft de afgelopen jaren terrein gewonnen. In het UMC Utrecht (UMCU) wordt mindfulnesstraining regelmatig ingezet…

Neurologische en neuropsychologische gevolgen van ernstige COVID-19

Proefschrift-artikel In het voorjaar van 2020 begon de COVID-pandemie in Europa. Patiënten vertoonden neurologische symptomen, wat zorgen opriep over hersenschade…

10 jaar SCORE-onderzoek

Wat we leerden over praktijkvariatie en langetermijngevolgen van een beroerte Wetenschappelijke publicatie Het Stroke Cohort Outcomes of REhabilitation (SCORE)-onderzoek bestaat…