10 april 2024

‘Moet ik nou deze afslag hebben of toch de volgende, waar ging ik eigenlijk naartoe?’ Uit ons onderzoek van de afgelopen jaren blijkt dat verdwalen vaak voorkomt na niet aangeboren hersenletsel (NAH). Zo’n 30-40% van de mensen met mild NAH rapporteren duidelijk problemen met verdwalen, wat een grote impact kan hebben op zelfstandig dagelijkse activiteiten uitvoeren. Toch schiet de huidige zorg tekort op dit vlak. Technologie zoals virtual reality (VR) biedt unieke kansen voor diagnostiek en behandeling voor verdwalen en andere ruimtelijke klachten.

Auteur
PROF. DR. C.J.M. (INEKE) VAN DER HAM

Hoogleraar technologische vernieuwingen in de neuropsychologie, Gezondheids-, Medische en Neuropsychologie, Universiteit Leiden

Fotograaf
SUÉDY MAURICIO

Op 1 december jl. sprak ik mijn oratie uit in Leiden en accepteerde daarmee de leerstoel ‘Technologische vernieuwingen in de neuropsychologie’. Zulke technologische vernieuwingen kunnen verschillende vormen hebben. Juist ook om het vraagstuk van verdwalen aan te pakken, is ruimtelijke technologie, ook wel aangeduid met XR, zoals VR en augmented reality (AR), een uitkomst. Met ruimtelijke technologie creëren we een illusie, we zien een wereld die echt lijkt, maar dat niet is.

De virtuele illusie heeft al tot mooie toepassingen in de zorg geleid. Aan de ene kant zien we dat de echte wereld realistisch nagemaakt kan worden, en mensen emoties zeer sterk beleven door de overtuigingskracht ervan. Dat werkt bijvoorbeeld heel goed bij de behandeling van angststoornissen. Aan de andere kant kunnen we ook alternatieve werelden creëren, en juist daar liggen de kansen voor toepassing in de revalidatie. We kunnen namelijk precies de situaties en context uitkiezen die passen bij een test of behandeling. We kunnen het aantal prikkels volledig beheersen, bijvoorbeeld verkeersdrukte aanpassen, en in het geval van verdwalen precies selecteren welk aspect we willen trainen.

Een bijzondere toevoeging is de full body illusion. Door avatars, digitale gedaantes, te presenteren nemen we heel gemakkelijk die digitale gedaante aan als onderdeel van onszelf. Uit recent onderzoek blijkt dat we die gedaante niet alleen accepteren, maar er ook consequenties aan verbinden voor ons sociale gedrag, overtuigingen en fysieke bewegingen. Zouden deze avatars dan mogelijk ook iets kunnen betekenen voor ons cognitief vermogen? De eerste aanwijzingen zijn hoopvol, we kunnen namelijk cognitieve prestaties vergroten door de juiste avatar te kiezen. Wanneer er bijvoorbeeld een stereotype overtuiging bestaat voor een taak in het voordeel van mannen, presteren we beter wanneer we een mannelijke avatar hebben, dan een vrouwelijke, ongeacht ons daadwerkelijke geslacht.

Ruimtelijke technologie heeft de revalidatiegeneeskunde veel te bieden. Helemaal als we de komende jaren de werking ervan nog beter begrijpen; hoe kunnen we de alternatieve werkelijkheid zo goed mogelijk benutten, individuele verschillen in VR-beleving beter faciliteren en avatars inzetten in het leerproces in cognitieve revalidatie.

Oratie