Een vangnet in de medische wereld waar collega’s klaarstaan als steunpilaren voor zorgverleners na ernstige fouten, incidenten of klachten. Al twaalf jaar lang draait het peer-supportprogramma in het UMCG op volle kracht. Dit artikel werpt een blik op hoe deze proactieve aanpak de gezondheidszorg kan verbeteren.
Auteurs
DRS. J.K. ( JURJEN) OOSTERHUIS
Anesthesioloog/MMT-arts, afdeling Anesthesiologie, voorzitter Commissie Calamiteiten Patiëntenzorg, UMC Groningen
Y.J. (YVETTE) KAMMINGA
Stafadviseur dwarsverband Patiëntenzorg UMC Groningen, coördinator Commissie Calamiteiten Patiëntenzorg, UMC Groningen
In 2012 verzocht de raad van bestuur van het Universitair Medisch Centrum Groningen (UMCG) om – gelijktijdig met een verbetering van de systematiek rondom calamiteitenmeldingen bij (destijds) de Inspectie voor de Gezondheidszorg (IGZ) – een programma te starten voor peer support. Het doel was om betrokkenen bij een calamiteit beter op te kunnen vangen. Dat dit dringend nodig was, was inmiddels uitgebreid bekend uit de Amerikaanse literatuur. Artsen die betrokken zijn bij fouten, blijken daar slecht mee om te kunnen gaan. Het past immers niet in de beroepscultuur om fouten te maken, laat staan daarover te praten of om hulp te vragen.1,2 De gevolgen kunnen soms ernstig zijn. De emoties die optreden na een medische fout, variërend van schaamte en angst tot onzekerheid en eenzaamheid, zijn anders dan die bij gebruikelijke medische procedures. Het onvermogen om over fouten te praten en het gebrek aan steun in de professionele omgeving vergroten het gevoel van isolatie bij de betrokken zorgverleners. Dit heeft niet alleen persoonlijke gevolgen voor hun welzijn, maar kan ook de patiëntveiligheid beïnvloeden, omdat een tijdelijk verminderd functioneren een risico kan vormen.
Met behulp van dr. Jo Shapiro, KNO-arts in het Brigham and Women’s Hospital, en tevens hoofd van het Center of Professionalism and Peer Support in Boston, Harvard Medical School, is er in het UMCG een peer-supportprogramma ontwikkeld. De start was een gastlezing van dr. Shapiro, waarin zij als chirurg met haar enthousiasme, wars van ‘softigheid’, iedereen wist te overtuigen van het belang en de noodzaak van een dergelijk programma.
‘Doel van het peer-supportprogramma
is om betrokkenen bij een calamiteit
te kunnen opvangen’
Gestructureerde aanpak
Het peer-supportprogramma biedt een gestructureerde aanpak om deze uitdagingen aan te gaan. De training van peer-supporters omvat niet alleen het bieden van een luisterend oor, maar ook reflectie, coping-ondersteuning en het monitoren van fysieke en mentale gezondheid. Het programma is proactief gekoppeld aan onder andere calamiteitenmeldingen, wat betekent dat zorgverleners na een incident direct worden benaderd met een aanbod voor peer support. Dit draagt bij aan het normaliseren van de gebeurtenis en vergemakkelijkt het proces van steun zoeken.
Het UMCG heeft een effectieve wervingsstrategie geïmplementeerd voor het selecteren van peer-supporters. In plaats van uitsluitend te vertrouwen op vrijwilligers, werden medewerkers gevraagd naar wie ze zouden gaan voor vertrouwelijke gesprekken na een ernstige fout. Deze namen werden vertrouwelijk doorgegeven aan de Commissie Calamiteiten Patiëntenzorg (CCP). Deze medewerkers werd gevraagd of zij geschoold wilden worden als peer-supporter. Het succes van deze benadering wordt weerspiegeld in de hoge respons, van bijna 90% op de wervingsbrief.
Het programma, dat initieel gericht was op artsen en verpleegkundigen, is uitgebreid naar verschillende sectoren, waaronder paramedici en laboratoriumpersoneel. Het koppelen van het peer-supportprogramma aan calamiteitenmeldingen heeft geleid tot ongeveer 65 potentiële meldingen per jaar, waarbij ongeveer de een derde van de betrokken medewerkers daadwerkelijk gebruikmaakt van peer support. Dit laat zien dat er in veel gevallen behoefte is aan dergelijke ondersteuning.
Cultuurverandering
Een opmerkelijk resultaat is de cultuurverandering binnen het UMCG. Collega’s zijn actiever betrokken bij incidenten, en de sfeer rondom fouten is positiever dan tien jaar geleden. Peer-supporters worden als waardevolle cultuurverbeteraars beschouwd en blijken multi-inzetbaar, soms zelfs buiten de directe context van het peer-supportprogramma.
Het programma heeft ook educatieve aspecten gekregen, zoals trainingen voor arts-assistenten in opleiding (aiossen) en bijdragen aan het reguliere onderwijs voor geneeskundestudenten. Dit draagt bij aan het vergroten van het bewustzijn over calamiteiten en peer support in de bredere medische gemeenschap.
Koppeling aan andere ingrijpende gebeurtenissen
Het peer-supportprogramma was initieel gekoppeld aan calamiteitenmeldingen, wat betekent dat potentiële steun bij andere incidenten mogelijk werd gemist. Hierop is gereageerd door de vraag naar peer support op te nemen in het formulier voor decentrale incidentmeldingen. Tevens is het programma uitgebreid naar artsen en verpleegkundigen betrokken bij klachten en tuchtzaken. Voor deze specifieke peer support is een kleinere groep peer-supporters met ervaring met klachten en tuchtzaken betrokken.
‘Peer support is een proactieve
benadering om de emotionele
impact van fouten te verminderen’
Conclusie
Kortom, het peer-supportprogramma bij het UMCG is niet alleen een reactieve maatregel na medische incidenten, maar juist een proactieve benadering om de emotionele impact van fouten te verminderen. Het biedt niet alleen steun aan de zorgverleners, maar draagt ook bij aan het creëren van een cultuur van openheid, begrip en continue verbetering, wat de patiëntveiligheid ten goede komt. Het UMCG heeft hiermee niet alleen een intern programma voor welzijn opgezet, maar heeft ook een model gecreëerd dat als inspiratie kan dienen voor andere medische instellingen wereldwijd.
Referenties
- Shapiro J, Galowitz P. Clinicians need more support in cases of medical error. Ned.Tijdschr.Geneeskd 2016;160:D181.
- Hu YY, Fix ML, Hevelone ND et al. Physicians’ needs in coping with emotional stressors: the case for peer support. Arch.Surg 2012;147:212-7.