30 januari 2024

Proefschrift-artikel

Dit proefschrift onderzocht hoe de (verlaagde) fysieke fitheid na een beroerte de uitvoering van dagelijkse activiteiten beïnvloedt. We keken naar de verhouding tussen de fysieke fitheid en de fysieke belasting van verschillende dagelijkse activiteiten en de impact hiervan op het bewegingstempo. De resultaten wijzen erop dat het trainen van fysieke fitheid een belangrijk aangrijpingspunt is om het functioneren na een beroerte te verbeteren.

Auteur
DR. I.J. (ILSE) BLOKLAND

Promovenda: I.J. (Ilse) Blokland, Junior onderzoeker, Heliomare R&D
Datum promotie: 17 november 2023
Promotoren: prof. dr. H. (Han) Houdijk, prof. dr. J.H. (Jaap) van Dieen
Copromotoren: prof. dr. C.A.M. (Coen) van Bennekom, dr. J.J. (Jos) de Koning

Een digitale versie van het proefschrift is te downloaden via deze link.

Mensen die een beroerte hebben gehad zijn fysiek vaak minder fit dan hun leeftijdsgenoten. Dagelijkse activiteiten, zoals lopen, traplopen of schoonmaken, kosten hen daarnaast juist vaak meer energie. Een activiteit die voor mensen zonder beperking gemakkelijk een lange tijd is vol te houden, wordt dan een zware inspanning die je niet lang kunt volhouden, langzamer moet uitvoeren of die je gaat ontwijken.

Mogelijk worden mensen na een beroerte niet slechts beperkt door hun neurologisch letsel maar ook door deze onbalans tussen fysieke fitheid en fysieke belasting. Het doel van dit proefschrift was tweeledig: ten eerste hebben we de fysieke fitheid van mensen na een beroerte in de revalidatie in kaart gebracht, vervolgens hebben we de fysieke belasting van verschillende dagelijkse activiteiten bij mensen na een beroerte gemeten. Zo kon onderzocht worden wat de consequentie van de mogelijke beperkingen van fysieke fitheid op het functioneren is.

Om de daadwerkelijke ervaren belasting in kaart te brengen, moet niet alleen worden gekeken naar hoeveel energie een activiteit vergt, maar ook naar de fysieke fitheid van de persoon die deze activiteit uitvoert. Een taak die als licht ervaren wordt door een zeer fit individu, kan namelijk erg zwaar zijn voor iemand met een verminderde fitheid. Deze verhouding tussen fysieke fitheid en fysieke belasting – die we in dit proefschrift de relatieve aerobe belasting noemen – geeft weer hoe zwaar een activiteit daadwerkelijk is voor een persoon. Iemand die een hoger percentage van zijn fysieke fitheid inzet, zal de activiteit als zwaarder ervaren.

Allereerst is in ons onderzoek de fysieke fitheid van een grote groep mensen na een beroerte in de revalidatie in kaart gebracht. Op basis van maximale cardiorespiratoire inspanningstesten van meer dan 400 mensen die revalideerden in Heliomare hebben we referentiewaarden opgesteld voor fysieke fitheid na een beroerte – in termen van piek aerobe capaciteit en de ventilatoire drempel.1 Zoals eerder in kleinere studies was waargenomen bleek de fysieke fitheid van mensen na een beroerte lager dan die van leeftijdsgenoten zonder beroerte. Het bleek dat mensen met grotere motorische problemen en mensen die bètablokkers gebruikten vaker een lagere fysieke fitheid hadden dan andere mensen na een beroerte. Met deze populatie-specifieke referentiewaarden kan iemand die revalideert na een beroerte zichzelf vergelijken met iemand van hetzelfde geslacht en leeftijd in dezelfde situatie. Zo kunnen gemakkelijker prioriteiten worden gesteld in het revalidatieprogramma, bijvoorbeeld doordat we mensen kunnen selecteren die het meest baat zouden hebben bij fysieke training om hun fysiek functioneren te verbeteren.

Promovenda Ilse Blokland te midden van de promotiecommissie.

In verschillende experimenten in revalidatiecentrum Heliomare brachten we daarnaast de relatieve aerobe belasting van verschillende dagelijkse activiteiten – zoals lopen, traplopen en boodschappen doen – in kaart voor mensen na een beroerte en hun leeftijdsgenoten die geen beroerte hebben gehad.2,3 De fysieke fitheid werd gemeten middels een cardiorespiratoire inspanningstest. De fysieke belasting werd gemeten middels ademgasanalyse terwijl mensen de activiteiten uitvoerden.

Mensen na een beroerte zetten gemiddeld een groter gedeelte van hun fysieke fitheid in tijdens dagelijkse activiteiten. Ze ondervonden dus een hogere relatieve aerobe belasting. En dit terwijl ze de activiteit uitvoerden op een (veel) lager tempo dan de controlegroep. Mensen na een beroerte voerden de activiteiten uit op een intensiteit rondom de eerste ventilatoire drempel, de drempel waarboven fysieke vermoeidheid optreedt. De controlegroep bleef bij vrijwel alle activiteiten ruim onder de ventilatoire drempel. Het lijkt er dus op dat mensen na een beroerte hun bewegingstempo laten afhangen van de ervaren relatieve belasting. Ze kiezen een lager tempo dat zij langere tijd kunnen volhouden. Bij mensen die geen beroerte hadden gehad was de relatieve aerobe belasting geen beperking van hun bewegingstempo.

De hogere relatieve aerobe belasting en lage snelheid bleek het meeste voor te komen bij mensen met een relatief lage fitheid en een relatief hogere motorische vaardigheid. Mensen met een lage motorische vaardigheid leken meer beperkt door andere factoren zoals balansproblematiek of een verstoorde bewegingsaansturing.

Fysieke training voor verbeteren van het functioneren

Dit promotieonderzoek toonde aan dat mensen na een beroerte een groter deel van hun fysieke fitheid aanspreken tijdens dagelijkse activiteiten, terwijl ze (veel) langzamer bewegen dan leeftijdsgenoten die geen beroerte hebben gehad. Sneller bewegen zou leiden tot verbeterd functioneren, maar is waarschijnlijk niet mogelijk door een te hoge relatieve aerobe belasting. De beperkte fysieke fitheid van mensen na een beroerte zou dus een belangrijke oorzaak kunnen zijn van hun beperkte bewegingstempo.

Het is dus van belang om bij het verbeteren van fysiek functioneren na een beroerte niet alleen bewegingsvaardigheden te trainen, maar ook de fysieke fitheid. Het vergroten van de fysieke fitheid zou kunnen leiden tot een lagere relatieve aerobe belasting tijdens dagelijkse activiteiten bij mensen na een beroerte. Dit zou kunnen leiden tot verbeterd functioneren. Iemand kan bijvoorbeeld de gewenste activiteit weer langer volhouden, zijn partner bijhouden of is minder moe aan het einde van de dag. Sneller kunnen bewegen zou zelfs nog een voordeel hebben: we vonden in ons onderzoek dat het tevens zou leiden tot een efficiënter beweegpatroon waardoor eenzelfde afgelegde afstand minder energie kost.

Fysieke training om het functioneren te verbeteren zou op basis van de onderzoeksresultaten het meest relevant zijn voor mensen met een lage fysieke fitheid die gemiddeld tot hoge motorische scores laten zien. Bij mensen met lagere motorische vaardigheden lijkt de motorische vaardigheid een belangrijkere beperking op het functioneren te geven dan de fysieke fitheid.

Met de populatie-specifieke referentiewaarden die we hebben opgesteld kan iemand die revalideert na een beroerte zichzelf vergelijken met iemand van hetzelfde geslacht en leeftijd in dezelfde situatie. De referentiewaarden uit dit proefschrift kunnen worden ingezet om te bepalen wie er het meeste voordeel zou hebben van fysieke training.

Ten slotte kunnen de gegevens uit dit onderzoek helpen bij de motivatie voor training. Het kan motiverender zijn om te trainen voor een specifieke activiteit die je graag direct weer wilt oppakken, dan voor algemene langetermijndoelen zoals het verbeteren van gezondheid en een verminderde kans op een (herhaalde) beroerte. Dit proefschrift geeft een indicatie van hoeveel energie activiteiten kosten na een beroerte en dus ook hoe fit je zou moeten zijn om deze vol te kunnen houden.

Referenties

  1. Blokland IJ, Groot FP, Logt NHG, et al. Cardiorespiratory Fitness in Individuals Post-stroke: Reference Values and Determinants. Arch Phys Med Rehabil. Published online 2023. doi:10.1016/j.apmr.2023.03.035.
  2. Blokland I, Gravesteijn A, Busse M, et al. The relationship between relative aerobic load, energy cost, and speed of walking in individuals post-stroke. Gait Posture 2021;89:193-199. doi:10.1016/j.gaitpost.2021.07.012.
  3. Blokland IJ, Schiphorst LFA, Stroek JR, et al. Relative Aerobic Load of Daily Activities After Stroke. Phys Ther 2023;(pzad005). doi:https://doi-org.vu-nl.idm.oclc.org/10.1093/ptj/pzad005.

Gerelateerde artikelen NTR

De effectiviteit en kosteneffectiviteit van arm- en handprotheses

Proefschrift-artikel De gemiddelde zorgkosten van arm- en handprotheses zijn ongeveer 17% gestegen tussen 2016 en 2020. Een mogelijke verklaring is…

Krachttraining en beweging tijdens prostaatkanker

Proefschrift-artikel Binnen de gezondheidszorg is er toenemende aandacht voor beweging en worden de positieve effecten van bewegen op onder meer…

Duchenne spierdystrofie: toekomstperspectieven

Proefschrift-artikel Dit proefschrift onderzoekt de uitdagingen voor mensen met Duchenne spierdystrofie tijdens hun levensloop. Het beschrijft aangrijpingspunten voor verbetering van…

Cognitieve revalidatie en promoties

Proefschriften In dit artikel wordt aandacht gevraagd voor recente proefschriften op het gebied van cognitieve revalidatie: van determinanten van herstel,…

Gerelateerde artikelen Revalidatie Magazine

Geïntegreerde revalidatiezorg in Friesland

‘Inefficiëntie eruit, waarde erin’ Friese instellingen voor geriatrische revalidatiezorg (GRZ), medisch specialistische revalidatie (MSR), ziekenhuiszorg en thuiszorg zoeken de samenwerking…

Blogger Yvette geeft weer betekenis aan de levens van revalidanten

De bloggers van Revalidatie Magazine zetten aan tot nadenken en discussie. In een serie interviews zetten we hen in de…

Revalideren in virtual reality? Ook met hersenletsel kan dat op een veilige manier

Revalidatieprofessionals zetten steeds vaker Virtual Reality in. Revalidanten kunnen dan in een veilige, stimulerende omgeving doelgericht trainen voor de ‘echte’…

Leer en Innovatie Team maakt revalidatiesector aantrekkelijker voor studenten

Op de afdeling Neurorevalidatie van de Sint Maartenskliniek dragen studenten van de HAN University of Applied Sciences en studenten van…