Welke mogelijkheden zien revalidatieartsen?
Hybride zorg wordt gezien als een kans om met minder zorgmedewerkers meer patiënten te behandelen. Tijdens het DCRM-congres 2023 presenteerden Merem en BeterDichtbij hierover een workshop ‘Equality and inclusivity of rehabilitation is in danger. Can hybrid care help us making a paradigm shift?’. De 60 deelnemers van de workshop dachten na over hoe hybride revalidatie er in de toekomst uit kan zien. Dit artikel beschrijft de uitkomsten van deze workshop.
Auteurs
DR. P.H. (PAULIEN) GOOSSENS
Revalidatiearts en lid raad van bestuur Merem Medische Revalidatie, locatie Hilversum
DRS. A.K.N. (ANOUK) VAN OERS
Revalidatiearts Merem Medische Revalidatie, locatie Lelystad
S. (SANDER) BIJL
Co-founder en Chief operating officer BeterDichtbij, Utrecht
J. ( JEROEN) RAIJMAKERS
Ervaringsdeskundige Merem Medische Revalidatie, locatie Almere
A.N.J. (TON) HAFKAMP MBA
Chief Information Officer a.i. Merem Medische Revalidatie, locatie Hilversum
De eerste aanbeveling die we ophalen in de workshop is misschien wel de belangrijkste: Neem je patiënt serieus als digitale partner. Het werkt goed als het medisch secretariaat na aanmelding telefonisch contact opneemt en uitlegt dat hybride zorg de norm is. Dat is meteen een moment om af te stemmen of digitale communicatie een optie is, en om waar nodig hulp aan te bieden. Intuïtieve interacties en digitale zichtbaarheid van het behandelteam (inclusief expertise) met aantrekkelijk beeldmateriaal maken dat de patiënt zich digitaal welkom voelt. Dit verlaagt de drempel voor hybride zorg.
Juiste informatie op het juiste moment
Patiënten geven aan behoefte te hebben aan betrouwbare en makkelijk toegankelijke informatie, zowel over het ziektebeeld als over het revalidatieproces en de revalidatie-inhoud (pull-informatie). Deze algemene informatievoorziening kan, zo vinden de deelnemers, digitaal plaatsvinden. Idealiter is de informatie landelijk beschikbaar via de website van de VRA of ‘Thuisarts’, in een vorm die ook patiënten met taalproblemen ondersteunt. Dat verhoogt de kwaliteit en scheelt de individuele instellingen veel gedoe. Daarnaast is er, in afstemming met de wensen van de patiënt, de wens om informatie op maat op het goede moment te kunnen delen (gerichte push-informatie). Het patiëntenportaal leent zich hiervoor.
‘Landelijke beschikbaarheid
van informatie scheelt
instellingen veel gedoe’
Betere communicatie
Ook het verkrijgen van informatie over de patiënt kan digitaal plaatsvinden. Voorafgaand aan intake en tijdens behandeling wordt daartoe informatie zo specifiek mogelijk verzameld, bijvoorbeeld door gebruik te maken van computer adaptief testen (CAT). Bij CAT is het antwoord van de voorgaande vragen sturend voor de vervolgvragen. Natuurlijk komen vragenlijsten direct beschikbaar in het EPD. De deelnemers stellen voor om de patiënt ook te vragen om vast om een foto te uploaden, medicatie en voorgeschiedenis in te vullen en de patiënt de mogelijkheid te geven om zijn/haar ziektegeschiedenis kort op te schrijven voorafgaand aan het eerste consult. Het is daarbij wel belangrijk dat artsen en teamleden kennisnemen van de vooraf ingevulde informatie. Want alleen dan scheelt het de zorgverlener tijd én voelt de patiënt zich volwaardig partner in het revalidatieproces. Tijdens de behandeling kunnen vervolgens de teambesprekingen digitaal plaatsvinden, wat als voordeel heeft dat naasten makkelijk kunnen aansluiten of meeluisteren. Ook doelen stellen en evalueren (PREM) kan goed digitaal.
Warme band met het netwerk
Voor verwijzers mag een makkelijk vindbaar, eenvoudig en intuïtief aanmeldproces niet ontbreken. Een warme digitale overdracht en makkelijke afstemming tussen zorgverleners worden in de toekomst bij complexe problematiek de norm, waarbij alle zorgverleners en de patiënt hetzelfde AVG-proof en makkelijke communicatiekanaal gebruiken. De patiënt blijft uiteraard leidend welke informatie met wie mag worden gedeeld. De deelnemers ervaren het evenwicht tussen privacy en gemak van informatie-uitwisseling overigens nu nog als een uitdaging.
‘Een digitale intake kan
bijdragen aan het managen
van de verwachting
van de patiënt’
Kansen met beeldbellen
Tijdens de behandeling hangt de gewenste vorm van een consult vooral af van het doel. Lichamelijk onderzoek vraagt om een fysiek consult, maar iemand zien kan goed digitaal. Veel zorgprofessionals geven aan dat een kennismaking liefst fysiek plaatsvindt, eventueel voorafgegaan door een warme digitale overdracht met de verwijzer. Er zijn echter ook goede ervaringen om de intake bij de arts juist via beeldbellen te doen, bijvoorbeeld voor patiënten met chronische pijn of licht hersen-/hoofdletsel. Dit draagt bij aan het managen van de verwachtingen van de patiënt dat een revalidatiebehandeling niet vanzelfsprekend is. Ook een second opinion kan goed via beeldbellen, met vervolgens alleen op indicatie een fysiek vervolg. Sommige deelnemers hebben positieve ervaring met een digitaal inloopspreekuur tijdens de behandeling. Zo’n spreekuur kan real time plaatsvinden, maar ook via een live-chatfunctie of asynchroon. Apps hiervoor zijn beschikbaar, maar worden nog niet vaak ingezet.
Essentieel onderdeel van de behandeling
Tijdens de behandeling zijn er veel digitale mogelijkheden. Deelnemers geven aan behoefte te hebben aan een landelijk platform waar indicatie en toepassing, gebruiksgemak, evidence en kosten van revalidatie-apps inzichtelijk zijn. Een takenlijst die ook voor de patiënt toegankelijk is staat daarbij op de wensenlijst.
Ook toegankelijke en begrijpelijke klinimetrie met gepersonaliseerde normwaarden is een veelgenoemde wens. Klinimetrie die inzicht geeft in de situatie en medebepalend is voor de inzet van behandeling. De Stichting Revalidatie Impact zou hierin door verspreiding van best practices een stimulerende rol kunnen spelen.
De patiënt in regie bij het plannen van afspraken
Meer inspraak in de planning leek eigenlijk alle deelnemers wenselijk. Patiënten zelf het hele rooster laten inplannen, met een koppeling naar de agenda van andere zorgverleners, is nog een droom. Digitale afstemming met de patiënt, waarbij deze enkele weken vooruit beschikbaarheid aangeeft en de patiënt zelf kan wisselen op basis van nog beschikbare open plekken lijkt makkelijker realiseerbaar.
Ook na afloop van een behandeltraject is samen beslissen over controle-afspraken de norm. Patiënten met voldoende inzicht in hun ziektebeeld kunnen zelf aangeven of en wanneer ze behoefte hebben aan een controle bij de arts en in welke vorm dit consult plaats moet hebben. Telemonitoring van functies en activiteiten wordt tenslotte genoemd als een zeer patiëntgerichte mogelijkheid om controle-afspraken op het juiste moment in te plannen.
Conclusie
De revalidatiegeneeskunde is volop aan de slag met hybride zorg, maar veel mogelijkheden om met minder zorgpersoneel meer patiënten te behandelen worden nog niet benut. We hopen dat dit artikel besproken zal worden in medische staven, digitale stuurgroepen en met de afdeling ICT, opdat bovenstaande voorbeelden en ideeën inspireren om morgen de volgende stap te maken.
Trefwoorden: hybride zorg, ICT, zorgvernieuwing