Proefschrift-artikel
In het voorjaar van 2020 begon de COVID-pandemie in Europa. Patiënten vertoonden neurologische symptomen, wat zorgen opriep over hersenschade en cognitieve stoornissen, vooral bij ernstig zieke patiënten. Media-aandacht leidde tot grote angst over langdurige gezondheidseffecten. Ons onderzoek toont cerebrale microbloedingen, vooral bij IC-patiënten, zonder merkbare impact op de cognitie. Veel patiënten hebben echter langdurige klachten die vragen om een multidisciplinaire behandelaanpak.
Auteur
DR. S. (SIMONA) KLINKHAMMER
Senior onderzoeker
Promovenda: S. (Simona) Klinkhammer,
Datum promotie: 3 september 2024
Promotoren: prof. dr. C.M. (Caroline) van Heugten, prof. dr. J. ( Janneke)
Horn, prof. dr. J.M.A. (Anne) Visser-Meily
Copromotor: A.A. (Annelien) Duits
Een digitale versie van het proefschrift is te downloaden via deze link.
In de eerste fase van de COVID-19 pandemie, werden neurologische symptomen geobserveerd, die vooral bij ernstig zieke patiënten voorkwamen. Dit roep een vermoeden van betrokkenheid van de hersenen bij COVID-19 op. Vervolgens ervoeren mensen na ontslag klachten op het gebied van geheugen, aandacht en snelheid van informatieverwerking. Deze klachten komen ook voor na andere ziektes die IC-zorg vereisen en houden vaak maanden- of jarenlang aan. Naast lichamelijke en cognitieve klachten ervaren patiënten na een intensieve opname vaak emotionele problemen zoals angst, depressie en posttraumatische stressstoornissen. Deze klachten worden waarschijnlijk veroorzaakt door traumatische ervaringen van een ernstige ziekte en de behandelingen die daarbij horen, zoals beademing, sedatie en pijnbestrijding. Naast de ervaringen die andere patiënten op de IC hebben, werden COVID-19-patiënten in de eerste golf geconfronteerd met sociale isolatie, onzekerheid over de gezondheidseffecten van COVID-19 en overbelaste ziekenhuizen. Deze extra stressfactoren kunnen de emotionele belasting verergeren en zelfs van invloed zijn op patiënten op algemene verpleegafdelingen, waardoor het aantal mensen dat mogelijk langdurige gezondheidsproblemen heeft, toeneemt.
De NeNeSCo studie
NeNeSCo, wat staat voor Neurologische en Neuropsychologische Gevolgen van COVID-19, is een multicenter cohortstudie. Het doel van de studie is om het begrip van langdurige neurologische en neuropsychologische gevolgen bij patiënten die zijn hersteld van ernstige COVID-19 te vergroten. Neurologische symptomen omvatten zowel neurologische klachten als hersenveranderingen; neuropsychologische gevolgen omvatten subjectieve en objectieve cognitieve gevolgen, emotionele belasting, vermoeidheid en slaapstoornissen. Daarnaast wordt onderzocht hoe deze symptomen de maatschappelijke participatie en kwaliteit van leven van deze patiënten beïnvloeden.
COVID-19-patiënten zonder eerdere cognitieve stoornissen, die tijdens de eerste Europese infectiegolf waren opgenomen, werden gerekruteerd in zes Nederlandse ziekenhuizen. In totaal namen 104 patiënten van de algemene afdeling en 101 patiënten van de IC deel aan de studie. Gemiddeld negen maanden na ontslag ondergingen de patiënten een 3T-MRI-hersenscan, werden uitgebreide cognitieve tests uitgevoerd, en vulden de patiënten vragenlijsten in. Zes maanden later vulden ze opnieuw de vragenlijsten in om de ontwikkeling van symptomen te beoordelen. Medische gegevens over COVID-19 en ziekenhuisopname werden uit de medische dossiers van de patiënten gehaald.
Cerebrale microbloedingen
Onze resultaten tonen aan dat patiënten op algemene afdelingen en op intensieve zorgafdelingen alleen verschilden wat betreft de MRI-hersenveranderingen. Patiënten op de IC vertoonden vaker en in grotere mate cerebrale microbloedingen, vooral in het corpus callosum. Ondanks dit verschil werd in beide groepen een vergelijkbaar aantal patiënten, ongeveer 12%, getroffen door cognitieve stoornissen. Verder leken microbloedingen geen invloed te hebben op de cognitieve functie. De resultaten toonden aan dat de hoogste prevalenties van lage prestatie bij geheugen en mentale snelheid lagen. Klachten en ervaren participatie en kwaliteit van leven verschillen ook niet tussen de groepen.
Detecteren van cognitieve stoornissen
Cognitieve stoornissen na ernstige COVID-19 komen niet vaak voor, maar vroegtijdige identificatie van deze patiënten is cruciaal voor passende behandeling. Uitgebreide cognitieve tests zijn de meest betrouwbare methode, maar ze vereisen veel tijd en middelen. De Montreal Cognitive Assessment (MoCA) is een veelgebruikt screeningsinstrument, oorspronkelijk ontwikkeld voor de vroege stadia van dementie, wat de betrouwbaarheid bij COVID-19-patiënten kan beïnvloeden. We hebben de MoCA gevalideerd voor de detectie van cognitieve stoornissen na ernstige COVID-19. Bij een afkapwaarde van <26 van de 30 punten toonde de MoCA een sensitiviteit van 83% en een specificiteit van 66%. De optimale afkapwaarde van <24 verhoogde de specificiteit tot 81%. Onze resultaten bevestigen dat de MoCA een waardevol screeningsinstrument is voor het detecteren van cognitieve stoornissen bij COVID-19-patiënten na ziekenhuisopname.
Biopsychosociale verklaring van symptomen
Meer dan 60% van de patiënten in beide groepen meldde cognitieve klachten zoals geheugenproblemen, mentale traagheid en aandachtsproblemen. Ook ervoer meer dan de helft aanhoudende ernstige vermoeidheid. Deze hoge prevalentie van zelfgerapporteerde symptomen in vergelijking met cognitieve stoornissen wijst op de invloed van psychosociale factoren. Daarom onderzochten we de rol van psychologische en sociale factoren naast biomedische factoren bij aanhoudende cognitieve klachten en vermoeidheid na COVID-19. De resultaten toonden aan dat psychologische en sociale factoren een belangrijke rol speelden bij zowel de ernst van vermoeidheid als bij cognitieve klachten. Interessant genoeg waren de gemeten objectieve neurocognitieve factoren, zoals hersenveranderingen en cognitieve stoornissen, niet gerelateerd aan de klachten. In plaats daarvan waren jongere leeftijd, verminderde lichamelijke functie en depressieve symptomen geassocieerd met ernstigere vermoeidheid, terwijl meer sociale steun samenhing met cognitieve klachten. Dit kan verklaard worden door het feit dat patiënten met veel sociale contacten ook meer sociale verplichtingen hebben, waardoor ze zich bewuster zijn van hun cognitieve klachten. Samenvattend suggereren de resultaten dat een multidimensionale behandelingsbenadering, inclusief psychosociale ondersteuning, essentieel is om aanhoudende post-COVID-19-symptomen aan te pakken en de bijbehorende belasting te verminderen.
Langdurig aanhoudende symptomen
Over de tijd werd duidelijk dat sommige patiënten langdurig symptomen blijven ervaren na de acute ziekte. In onze studie beoordeelden we symptomen ongeveer negen maanden na ziekenhuisontslag en vroegen we patiënten om dezelfde vragenlijsten zes maanden later opnieuw in te vullen. We analyseerden vermoeidheid, cognitieve klachten, slaapstoornissen, en symptomen van angst, depressie en posttraumatische stress. Ongeveer de helft van de patiënten ervoer op beide momenten consistente cognitieve klachten en ernstige vermoeidheid. Slaapstoornissen hielden aan bij een kwart van de patiënten, terwijl klinisch relevante angst, depressie en posttraumatische stresssymptomen onder de 20% bleven. De meeste symptomen waren stabiel: patiënten met symptomen negen maanden na ontslag hadden meestal ook een half jaar later klachten, terwijl degenen zonder symptomen ook symptoomvrij bleven. Een meerderheid (60%) had minstens één aanhoudend symptoom. Bovendien toonde een subgroep van patiënten (32%) een vertraagde start van de symptomen, wat betekent dat een symptoom negen maanden na ziekenhuisontslag afwezig was, maar een half jaar later optrad.
Multidisciplinaire behandeling
Kortom, COVID-19 is een multidimensionale aandoening die vraagt om een multidisciplinaire behandelaanpak. Terwijl biomedische zorg vooral in de acute fase na infectie cruciaal blijft, kunnen psychosociale interventies op de lange termijn extra voordelen bieden. Hoewel dergelijke interventies niet direct gericht zijn op biologisch gewortelde symptomen, kunnen ze de daarmee gepaard gaande emotionele belasting helpen verlichten.