10 december 2024

Na de succesvolle modernisering van het landelijk onderwijs is het regionale onderwijs geëvalueerd door middel van een landelijke stakeholderanalyse. Het regionale onderwijs moet aansluitend en aanvullend zijn op het landelijke onderwijs, en vooral bestaan uit vakoverstijgende onderwerpen met actieve werkvormen en betrokkenheid van de aiossen bij de organisatie en het verzorgen van onderwijs. Het advies is integraal overgenomen door het Concilium en wordt verwerkt in het Landelijk Opleidingsplan.

Auteurs
DR. I. (IRIS) DEKKER

Revalidatiearts, afdeling revalidatiegeneeskunde Amsterdam UMC

M. (MAUD) OOMEN
Beleidsadviseur en projectmanager Nederlandse Vereniging van Revalidatieartsen, Utrecht

DR. L.W.E. (LOUISE) SABELIS
Revalidatiearts, afdeling revalidatiegeneeskunde Amsterdam UMC

PROF. DR. V. (VINCENT) DE GROOT
Revalidatiearts en hoogleraar revalidatiegeneeskunde, afdeling revalidatiegeneeskunde Amsterdam UMC

Het onderwijs van de aiossen revalidatie bestaat uit het landelijk, regionaal en lokaal onderwijs. In figuur 1 worden deze verschillende onderwijsniveaus weergegeven en is duidelijk te zien dat afstemming hiertussen belangrijk is.

Figuur 1. Overzicht huidige onderwijs voor aiossen.

Door de nieuwe inrichting van het landelijk onderwijs (zie uitleg in kader ‘box 1’) ontstond er bij het Concilium behoefte aan advies over aanpassingen van het regionale onderwijs zodat het aansluitend en aanvullend is op het landelijk onderwijs. Dit was de aanleiding voor onderzoek onder stakeholders (aiossen, revalidatieartsen, Concilium, scholingscommissie en onderwijskundigen) om te komen tot een advies voor een vernieuwde opzet van het regionale onderwijs.

Box 1. Vernieuwd landelijk onderwijs

Vanaf 2022 zijn er zeven themacursussen die tijdens twee blokken in het jaar worden gegeven. De aios kiest per blok een cursus, passend bij de stage op dat moment.
Naast de themacursussen worden er landelijke cursussen over communicatie, klinisch redeneren en epidemiologie gegeven.

Methode

Het onderzoek onder stakeholders bestond uit een enquête onder alle aiossen in september 2022, werkgroepen tijdens de beleidsmiddag van het Concilium en de Scholingscommissie in oktober 2022 en bij de aiossen van (destijds) OOR VUmc. Daarna volgden interviews met betrokkenen uit elk OOR (8 aiossen en 6 opleiders en leden van de opleidingsgroep). De interviews werden getranscribeerd en gecodeerd waarna er meerdere thema’s werden onderscheiden. Hiervan waren belangrijke thema’s: het huidige onderwijs en de wensen ten aanzien van het regionale onderwijs op inhoud, vorm en organisatie.
Nadien werd er advies ingewonnen bij onderwijskundigen van de Federatie Medisch Specialisten (FMS).

Bevindingen

Voor de meeste stakeholders was de inhoud, vorm en organisatie van het regionale onderwijs in andere regio’s onbekend. Uit de analyse van de verzamelde informatie bleek dat er grote regionale verschillen zijn op de inhoud, vorm en organisatie. Daarnaast kwamen er verschillende knelpunten naar voren waarmee rekening gehouden moet worden in het vernieuwen van het regionale onderwijs.

Inhoud
Huidige onderwerpen lopen uiteen van medisch inhoudelijke tot diverse vakoverstijgende onderwerpen en generieke activiteiten, hiervan gaat de meeste aandacht uit naar wetenschap. Inhoudelijk verschillen de wensen van medisch inhoudelijke onderwerpen, vakoverstijgende onderwerpen, vaardigheden, generieke activiteiten en regionale expertise.

Onderwijsvorm
Fysiek onderwijs wordt door de meerderheid geprefereerd omdat dit de interactie bevordert. Daarnaast ervaart men een grotere betrokkenheid van de aiossen. In sommige regio’s is het onderwijs hybride, dat geeft de mogelijkheid tot minder reistijd maar vermindert de interactie. De huidige onderwijsvorm is voornamelijk plenair, waarbij men soms uiteengaat in kleinere groepjes.

Organisatie
Het aantal onderwijsuren en de onderwijsfrequentie verschillen met een variatie van vier maal per jaar een middag tot twaalf maal per jaar een hele dag, waarbij de meeste regio’s rond de tien maal per jaar een halve dag onderwijs hebben.
De inhoud wordt op diverse manieren bepaald van vrijheid voor elk onderwijsmoment tot terugkerende cycli van onderwerpen of vasthoudend aan de landelijke thema’s. In sommige regio’s wordt de behoefte van de aiossen geïnventariseerd.

Vakoverstijgende onderwerpen
zorgen voor onderwijs dat
toegankelijk is voor alle niveaus’

Het onderwijs wordt in de regio’s door verschillende betrokkenen georganiseerd: door de aiossen, door een aios-commissie met betrokkenheid van revalidatieartsen en aiossen of door revalidatieartsen op inhoudelijk en aiossen op organisatorisch niveau. De betrokkenheid van zowel de aiossen als revalidatieartsen bij het invullen van het regionale onderwijs werd zeer gewaardeerd.
De aanwezigheid van revalidatieartsen bij het onderwijs is in sommige regio’s verplicht of een mogelijkheid waarbij dit van toegevoegde waarde werd gevonden door aiossen en revalidatieartsen.
Ondanks dat velen het belang zien van gestructureerde evaluatie wordt dit niet altijd uitgevoerd.
Over het betrekken van aiossen bij het geven van onderwijs bestaat nog enige twijfel onder de geïnterviewde betrokkenen vanwege de tijdsinvestering en de diepgang van het onderwijs. Er wordt een meerwaarde gezien van het zelf onderwijs geven in het kader van de generieke activiteit.
Er was overeenstemming dat het hebben van andere verantwoordelijkheden zoals bijvoorbeeld een diensttelefoon tijdens het onderwijs onwenselijk is.

Knelpunten

Synthese van bevindingen

Samen met de onderwijskundigen werd naar aanleiding van de bovengenoemde knelpunten en de belangrijkste punten uit de enquêtes, beleidsmiddag en interviews het advies voor verandering in het regionale onderwijs opgesteld:

Inhoud
Vakoverstijgende onderwerpen zorgen voor onderwijs dat toegankelijk is voor alle niveaus en onafhankelijk is van de huidige stage van de individuele aios. Dit heeft tot gevolg dat verdieping op medisch inhoudelijke onderwerpen grotendeels plaatsvindt in het landelijke en lokale onderwijs.
Door op lokaal niveau medisch inhoudelijk onderwijs te geven wordt het werkplekleren optimaal benut, kan meer vraaggestuurd onderwijs plaatsvinden waarbij de expert aanwezig is en wordt ook lokaal aangesloten op het landelijk toegepaste principe van just-in-time leren. Voorbeelden van vakoverstijgende onderwerpen die werden genoemd zijn te vinden in tabel 1. Daarnaast kan er ruimte gemaakt worden voor invulling afgestemd op de behoeften van de aiossen.

Onderwijsvorm
Fysiek onderwijs met interactieve werkvormen heeft de voorkeur.
De individuele leerstrategieën van de aiossen worden het beste aangesproken door het aanbieden van verschillende onderwijsvormen, met de nadruk op actieve werkvormen omdat deze een hoger leerrendement geven (zie figuur 2.).1,2

‘Nadruk op actieve werkvormen;
deze geven een
hoger leerrendement’

In figuur 2 is te zien dat het hoogste leerrendement wordt gehaald door zelf onderwijs te geven, mits de aios voldoende onderlegd is en ondersteund wordt. Dit is ook één van de generieke activiteiten en kan regionaal of lokaal gerealiseerd worden, met ondersteuning van de betrokken revalidatiearts.

Figuur 2. Afbeelding afgeleid van leerpiramide van Bales – Leerrendement bij verschillende onderwijsvormen.2

Het fysieke onderwijs zorgt er daarnaast voor dat aiossen binnen de regio elkaar leren kennen en er informele intervisie plaatsvindt. Een mogelijkheid om de reistijd te verminderen is om de onderwijsfrequentie te verlagen en de onderwijsduur op een dag te verlengen.

Organisatie
Om de betrokkenheid van de aiossen te vergroten zou door elke aios een onderwijsmoment georganiseerd kunnen worden. De aiossen stellen leerdoelen op en organiseren bijpassende onderwerpen en docenten. Een onderwijscommissie ziet daarbij toe op het gehele regionale onderwijs.
In het najaar kan de frequentie van het regionale onderwijs omlaag of overwogen het regionale onderwijs in de maanden van de themacursussen en DCRM niet te geven. Op die manier blijft er in die periode voldoende ruimte over voor werkplekleren.
Tussen regio’s zijn inhoudelijke en organisatorische verschillen en is er ruimte voor invulling op het gebied van regionale of lokale expertise.

In figuur 3 zijn de belangrijkste aspecten samengevat met daarbij de praktische uitwerking richting het nieuwe regionale onderwijs.

Figuur 3. Aspecten van vernieuwd regionaal onderwijs, uitgewerkt richting praktische vormgeving.

Samenvattend advies

Inhoud
Inhoudelijk gaat de focus binnen het regionale onderwijs hoofdzakelijk naar vakoverstijgende onderwerpen. Medisch inhoudelijke onderwerpen verschuiven zo veel mogelijk naar lokaal onderwijs voor optimaal vraaggestuurd werkplekleren. Verder is structureel regionaal georganiseerde intervisie belangrijk.

Onderwijsvorm
Actieve werkvormen tijdens fysieke bijeenkomsten hebben de voorkeur wat ten goede komt aan de interactie en actieve deelname van de aiossen. De onderwijstijd clusteren levert een vermindering van de reistijd op.

Organisatie
Aiossen zijn in samenwerking met opleider verantwoordelijk voor de inhoud en organisatie van het onderwijs waarbij de aiossen ook zelf onderwijs geven in samenwerking met een expert.
Structurele evaluatie is belangrijk voor het bewaken van de kwaliteit en wensen van de aiossen. Bij voorkeur is/zijn er revalidatiearts(en) aanwezig bij het regionale onderwijs.

Bovenstaand advies over inhoud, vorm en organisatie van het regionaal onderwijs is opgenomen in de leidraad ‘regionaal onderwijs’ (te vinden op www.revalidatie.nl) en is overgenomen door het Concilium. Het wordt verwerkt in het nieuwe landelijk opleidingsplan (LOP) revalidatiegeneeskunde dat medio 2025 wordt verwacht.

Implementatie

Het advies betekent voor veel regio’s een grote verandering van het regionale en daarmee ook lokale onderwijs. De leidraad kan op regionaal niveau uitgewerkt worden in een regionaal onderwijsprogramma. Het wordt aangeraden de aiosgroep hierbij te betrekken. Met deze veranderingen is het regionale onderwijs aanvullend aan het landelijk onderwijs.

‘De aios geeft ook zelf
onderwijs in samenwerking met
een expert’

Aansluiting op medisch inhoudelijke onderwerpen vindt plaats in het lokale onderwijs, waar het direct toepasbaar is op de werkvloer. De aiossen worden actief betrokken bij het geven en krijgen van het onderwijs en door het invoeren van actieve werkvormen verwachten we dat de aiossen duurzaam leren en zich betrokken voelen bij hun eigen leerproces.

Referenties

  1. Solomon ED, Blankmeyer KL, Tennial RE. Garczynski AM. Learning by Doing: An Empirical Study of Active Teaching Techniques Jana Hackathorn, The Journal of Effective teaching 2011;2:40-54.
  2. Overview of the learning pyramid for training providers (arlo.co).

Gerelateerde artikelen NTR

Vernieuwing regionaal onderwijs

Na de succesvolle modernisering van het landelijk onderwijs is het regionale onderwijs geëvalueerd door middel van een landelijke stakeholderanalyse. Het…

Tien vragen aan prof. dr. Clemens Rommers

‘Revalidatiegeneeskunde, het mooiste vak ter wereld!’ Op vrijdag 27 september 2024 gaf prof. dr. G.M. (Clemens) Rommers, hoogleraar revalidatiegeneeskunde in…

PDCA: aios neem je voordeel ermee!

Verdiepingsstage Reade: Kwaliteit binnen de opleiding Tijdens mijn verdiepingsstage bij Reade kreeg ik de unieke kans om deel uit te…

Wat verandert er in de opleiding door het integraal zorgakkoord?

Opinie-artikel Het werk van de revalidatiearts gaat de komende decennia sterk veranderen vanwege de rigoureuze ingrepen die volgens het Integraal…

Gerelateerde artikelen Revalidatie Magazine

Meekijken door de ‘blog-bril’ van revalidatiearts Erwin Baars: ‘Laten we stilstaan bij de beleving van een patiënt’

De bloggers van Revalidatie Magazine zetten aan tot nadenken en discussie. In een serie interviews zetten we hen in de…

Leer en Innovatie Team maakt revalidatiesector aantrekkelijker voor studenten

Op de afdeling Neurorevalidatie van de Sint Maartenskliniek dragen studenten van de HAN University of Applied Sciences en studenten van…

Leren werken en onderzoeken op een plek dankzij het LINT

Het Leer en INnovatie Team (LINT) is een nieuw initiatief van de Sint Maartenskliniek, de HAN University of Applied Sciences…

‘Je krijgt feedback en ziet voor wie je het doet’

Nog voor het coronatijdperk is de grote oefenruimte bij Rijndam Revalidatie gevuld met zo’n 45 studenten Gezondheidszorgtechnologie van de Hogeschool…