We kunnen medisch specialistische revalidatie op verschillende manieren indelen:
- Indeling op soort aandoening: revalidatie bij een niet-neurologische aandoening en bij een neurologische aandoening
- Indeling op doelgroep: kinderrevalidatie, volwassenrevalidatie en geriatrische revalidatie
- Poliklinische en klinische revalidatie
Niet-neurologisch
Niet-neurologische aandoeningen zijn letsels of beperkingen die hun oorzaak hebben in het lichaam, en niet in de hersenen. Denk bijvoorbeeld aan amputatie, gewrichtsproblemen, reuma, handletsel, hartrevalidatie, longrevalidatie, rugklachten, posttraumatische dystrofie (CRPS), brandwonden, chronische pijn, meervoudig letsel (politrauma) en beenletsel.
Neurologisch
Neurologische aandoeningen zijn aandoeningen van de hersenen en/of het zenuwstelsel. Het kan gaan om aangeboren afwijkingen, maar ook om niet-aangeboren hersenletsel (NAH). Voorbeelden zijn beroerte (CVA), spierziekten (zoals NMA, ALS, HMSN, (P)SMA), multiple sclerose (MS), dwarslaesie, Parkinson, hersenkneuzing (contusio cerebri), open rug (spina bifida) en plexusletsels.
Kinderrevalidatie
Kinderen ervaren een ziekte of aangeboren aandoening anders dan volwassenen. Een kind kan bijvoorbeeld moeite hebben met alledaagse vaardigheden als lopen, eten, contact maken met anderen en leren op school. Kinderrevalidatie biedt praktische oplossingen en helpt kinderen en hun ouders/verzorgers op een manier die bij hen past. Dit betekent maatwerk: één kind, één plan. Revalidatieartsen, behandelaars, de ouders/verzorgers, maar ook leerkrachten zorgen er samen voor dat het kind zich zo goed mogelijk ontwikkelt en deel kan nemen aan de maatschappij.
- De behandeling hangt onder meer af van de leeftijd en de ontwikkelfase van het kind.
- De behandeling gebeurt het liefst poliklinisch, zodat het kind zoveel mogelijk in een vertrouwde omgeving blijft.
- Er zijn in elke regio veel verschillende voorzieningen (zoals therapeutische peutergroepen)
Onder kinderrevalidatie vallen onder meer revalidatie bij chronische eetproblematiek, handproblematiek, skeletgroeistoornissen, cerebrale parese en spina bifida/open rug.
Soorten kinderrevalidatie
Niet-aangeboren hersenletsel – Kinderrevalidatie
Developmental Coordination Disorder (DCD) – Kinderrevalidatie
Cerebrale parese- Kinderrevalidatie
Meer weten? Kijk op de website van Netwerk LOOK. Je kunt ook veel informatie verkrijgen via o.a. CP Nederland, SBH Nederland, EMB Nederland of Schisis Nederland.
Volwassenenrevalidatie
Als volwassene vraag je om een andere revalidatiezorg dan kinderen en jongeren en oudere, kwetsbare patiënten. Je wilt graag zo snel en zo goed mogelijk herstellen. Om weer aan het werk te gaan. Om je sociale leven weer op te pakken. Doelgericht ga je aan de slag en leer je zo zelfstandig mogelijk te functioneren. Onder volwassenenrevalidatie vallen onder meer arbeidsrevalidatie en sportrevalidatie, maar bijvoorbeeld ook hartrevalidatie, oncologische revalidatie en orthopedie.
Soorten revalidatie volwassenen
Progressief neurologische aandoeningen – Revalidatie Volwassenen
Niet-aangeboren hersenletsel – Revalidatie Volwassenen
Dwarslaesie – Revalidatie Volwassenen
Poliklinisch of klinisch revalideren
Afhankelijk van je situatie kun je poliklinisch of klinisch revalideren. De revalidatiearts kan bepalen wat voor jou het beste is. Sommige revalidatiecentra bieden zowel klinische als poliklinische revalidatie, andere centra bieden alleen poliklinische revalidatie. In een ziekenhuis en bij een behandelcentrum revalideer je meestal alleen poliklinisch.
Poliklinische revalidatie
Revalideer je poliklinisch? Dan kom je voor je behandeling naar de revalidatie-instelling en ga je na je bezoek weer naar huis. Je overnacht er dus niet. Een multidisciplinair team begeleidt je. Dat gaat volgens een behandelplan. Een poliklinische behandeling heeft meestal drie fasen:
- Fase 1: het assessment
- Fase 2: de behandeling zelf
- Fase 3: de controle/monitoring
Lees meer over het revalidatietraject.
Klinische revalidatie
Klinische revalidatie wil zeggen dat je ook overnacht in de revalidatie-instelling. Een multidisciplinair team behandelt je. Dat gaat volgens een behandelplan. Een klinische behandeling heeft meestal drie fasen:
- Fase 1: de observatie
- Fase 2: de behandeling
- Fase 3: de afronding (ontslag)